Op het platform ‘Namens Nederland’ staat een enquête waar elke Nederlander aan kan deelnemen. Je kunt je mening geven over mogelijke scenario’s om de coronacrisis in de hand te houden en naar de uitgang te leiden. Maar hoe zit het met de methode van enquêteren? Er is nogal wat kritiek uit de wetenschap en het vak. Ook bij Peter Mulder, die er een bijdrage over schreef.
Tekst Peter Mulder, Improof Research, 13 mei 2020
Op radio, TV en social media wordt reclame gemaakt voor het platform ‘Namens Nederland’. Daarin wordt elke Nederlander opgeroepen om een vragenlijst in te vullen. De gedachte is dat zoveel mogelijk mensen hun mening geven over de vraag hoe Nederland uit de crisis kan komen.
Op het eerste gezicht klinkt dit sympathiek, zeker als het om de toekomst van Nederland gaat. Maar het idee van enquête is nu juist dat je met een beperkt aantal goed uitgevoerde waarnemingen een hogere kwaliteit bereikt dan met een groot aantal onzorgvuldige waarnemingen. Elke onderzoeker met enige statistische kennis kent twee basisprincipes van steekproefonderzoek:
- De meerwaarde van extra interviews neemt boven een bepaald aantal heel sterk af. Voor een regulier opinieonderzoek als deze enquête is een steekproef van 1000 tot 2000 interviews ruim voldoende om alle mogelijke uitspraken met een grote mate van zekerheid en betrouwbaarheid te kunnen doen. Als er behoefte is aan heel specifieke uitspraken of analyses over kleine doelgroepen, is het soms te rechtvaardigen om een iets grotere doelgroep te ondervragen. Maar als er al enkele duizenden enquêtes zijn ingevuld is de toegevoegde waarde van extra ingevulde vragenlijsten nihil.
- Representativiteit van het onderzoek staat volledig los van de grootte van de steekproef. Mikken op het maximaliseren van aantallen ingevulde vragenlijsten heeft eerder een negatief dan een positief effect op de kwaliteit (representativiteit) van het onderzoek. ‘Namens Nederland’ trapt hier in de valkuil van zelfselectie wat de slechtst mogelijke basis is voor opinieonderzoek. De grootschalige oproep in diverse media om mee te werken zal vooral de meer geëngageerde Nederlanders in beweging brengen. De minder betrokken Nederlanders zullen minder geneigd zijn de enquête in te vullen waardoor het bijna ondoenlijk is om op basis van zo’n steekproef nog representatieve resultaten te rapporteren. In de conclusies van dit soort onderzoeken klinkt de mening van het minder geëngageerde deel van de natie onvoldoende door.
De ambitie om zoveel mogelijk vragenlijsten te laten invullen, lijkt vooral een communicatief doel te dienen. Dit zien we vaker bij grootschalige publieksonderzoeken waar altijd een commercieel of politiek-ideologisch doel achter schuilgaat. Bedrijven, goededoelenorganisaties en bijvoorbeeld lobbyisten gebruiken het om reclame te maken voor een nieuw product, om leden te werven of aandacht te vragen voor een standpunt. Onderzoekers beschouwen dit als een oneigenlijk en onethisch gebruik van enquête-onderzoek.
Het zou ‘Namens Nederland’ sieren als ze hun beoogde opinieonderzoek op een professionele manier uitvoeren. Nu misbruiken ze het als communicatie-instrument voor het platform. Dat is misbruik van de welwillendheid van de burger om zijn of haar mening te willen delen. Je zou het als volksverlakkerij kunnen kwalificeren. Het kwalijkste is dat ‘Namens Nederland’ straks dus niet namens alle Nederlanders rapporteert. Behalve onethisch en oneigenlijk is het dus ook nog eens potentieel inhoudelijk onjuist.