De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) adviseerde het kabinet in 2021 maar liefst 95 keer over wetgeving waarin verwerking van persoonsgegevens aan de orde was. In 18 gevallen adviseerde de AP het kabinet een wetsvoorstel flink aan te passen, of anders niet aan te bieden aan de Tweede Kamer. Dat blijkt uit het jaarverslag van de AP over 2021.
De AP heeft de indruk dat het kabinet wetsvoorstellen vaak ziet als een vrijbrief voor de overheid om bijna ongelimiteerd persoonsgegevens van burgers te verzamelen, op te slaan of te verspreiden. ‘De overheid wil steeds meer doen met persoonsgegevens en dat is in zekere zin ook logisch, gezien onze digitale samenleving’, zegt AP-voorzitter Aleid Wolfsen. ‘Dat mag en dat kan ook, als dat noodzakelijk is in het algemeen belang. Maar niet meer dan nodig en altijd met waarborgen voor de mensen om wie het gaat. Je mag dan verwachten dat de overheid bij wetsvoorstellen duidelijk aangeeft waaróm de overheid je medische gegevens, je persoonlijke omstandigheden of je adres wil verzamelen en opslaan of verspreiden. Als een wet voorschrijft dat de overheid persoonsgegevens zónder toestemming van de mensen mag gebruiken, mag dat alleen als dat écht nodig is in het algemeen belang. En als de inbreuk op de privacy duidelijk en nauwkeurig is omschreven.’
Verkeerde lijstje
Zo ontvangt de AP soms wetsvoorstellen die in feite een vrijbrief betekenen voor de overheid om bijna ongelimiteerd persoonsgegevens te verzamelen. Of waarvan niet duidelijk genoeg is waarom de overheid bepaalde gegevens van burgers nodig heeft. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden. Het voorstel, waarover de Eerste Kamer nu moet besluiten, geeft overheidsorganisaties én private partijen zeer ruime bevoegdheden om persoonsgegevens met elkaar te delen. Dit kan grote gevolgen hebben voor mensen die ‘op het verkeerde lijstje’ terechtkomen.
Doxing
In andere gevallen wees de AP erop dat persoonsgegevens die de overheid openbaar maakt, voor altijd openbaar zijn. Daar zou de overheid rekening mee moeten houden. Een voorbeeld is de wijziging van het Handelsregisterbesluit. Volgens dit wetsvoorstel blijven de woonadressen van thuiswerkende zzp’ers vrij toegankelijk voor iedereen.
Ook in het advies over een wetsvoorstel voor de strafbaarstelling van doxing wees de AP op het gemak waarmee mensen in het Handelsregister en in het Kadaster adressen van anderen kunnen opzoeken.