De MOA heeft vragen over het voornemen van de Gemeente Amsterdam om een meldingsplicht in te stellen voor ‘Amsterdamse dataverzamelaars in de openbare ruimte’. De meldingsplicht zou moeten ingaan per 1 oktober 2021. Er wordt dan verwezen naar camera’s en sensoren. Al deze apparaten zouden moeten worden bijgehouden in een gemeentelijk sensorregister.
De beoogde meldingsplicht gaat gelden voor alle professionele partijen, zoals bedrijven, overheden en (onderzoeks-)instellingen. Achterliggende gedachten is dat B&W van Amsterdam als eerste gemeente in Nederland Amsterdammers inzicht wil geven in hoe, waar en welke gegevens in de openbare ruimte over hen worden verzameld.
Het persbericht waarmee het College dit voornemend bekendmaakte zegt dat ‘in de openbare ruimte steeds meer data worden verzameld door overheid, wetenschaps- en onderzoeksinstellingen en bedrijven. De data worden ingezet voor diverse doeleinden, zoals het verbeteren van de openbare ruimte of onderzoek naar drukte en verkeersstromen in de stad. Sensoren meten bijvoorbeeld luchtkwaliteit en verkeersbewegingen. Ook worden camera’s en sensoren ingezet door bedrijven. Wifi-trackers van commerciële partijen pakken bijvoorbeeld signalen op van mobiele telefoons en er zijn gevallen bekend van camera’s in digitale reclameschermen die op basis van de gezichtskenmerken van voorbijgangers een specifieke advertentie toonden. Met de meldingsplicht moeten al deze dataverzamelaars van professionele partijen gemeld worden bij de gemeente, waarbij sensoren die worden ingezet voor openbare orde en opsporing zijn uitgezonderd.’
Beweegredenen
De MOA stelt in een brief aan de verantwoordelijke wethouder, Touria Meliani, dat niet blijkt of de gemeente een onderscheid maakt tussen apparaten waarmee persoonsgegevens worden verwerkt en apparaten die geen persoonsgegevens verwerken, zoals sensors voor luchtkwaliteit.
Ook is er interesse in de dieperliggende beweegredenen van de gemeente Amsterdam voor dit beleid. Nu ontstaat het idee dat alle sensoren ‘op een hoop worden gegooid’. Verder zou geen meldplicht en registeropname gelden voor sensoren die worden ingezet voor de openbare orde en opsporing. En sensoren die voor statistisch onderzoek worden gebruikt dienen te voldoen aan de eisen uit de Algemene verordening gegevensbescherming (Avg). De handhaving daarvan ligt bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Die hanteert geen registratieverplichting.
De MOA zegt te hopen dat er een onderscheid zal worden gemaakt tussen sensors die gegevens verzamelen voor statistisch onderzoek en die voor bijvoorbeeld luchtkwaliteit of marketing.
Registreren geen doel op zich
De MOA stelt dat voor statistisch onderzoek en statistische passantentellingen de normen gelden uit de Avg. Statistisch onderzoek en passantentellingen hebben binnen de Avg een specifieke plek, waarin het verwerken van persoonsgegevens is toegestaan, mits deze in de rapportage niet meer herleidbaar, deduceerbaar en/of koppelbaar zijn.
‘Het is voor de MOA dan ook onduidelijk wat de gemeente Amsterdam beoogt met deze nieuwe regeling. De informatieplicht ligt bij de Verwerkingsverantwoordelijke en niet bij de gemeente tenzij die Verwerkingsverantwoordelijke is. Of is er sprake van het registreren om te registreren? Registreren kan nooit een doel op zich zijn, hoogstens een middel, om te komen tot een bepaald doel voor de gemeente, dat ontbreekt.’
Vragen aan B&W
Op voorhand heeft de MOA de volgende vragen over het gemeentelijke voornemen:
- Krijgt de gemeente de bevoegdheid om inschrijving van een sensor te weigeren?
- Kan de gemeente eisen stellen aan de sensor voordat tot inschrijving wordt overgegaan; en als daar niet aan wordt voldaan kan de gemeente de sensor dan verbieden?
- Zijn er leges verschuldigd aan de inschrijving van de sensor in het register? Waardoor de kosten voor statistisch onderzoek zullen stijgen.
De brief is afgelopen week (wk 5) verstuurd. Er is nog geen reactie.