De digitale autonomie in Nederland staat onder druk en dat raakt het hart van onze samenleving. De cyber-dreigingen nemen toe en we worden steeds afhankelijker van de digitale infrastructuur die in handen is van een aantal grote buitenlandse marktspelers. Dit kan grote gevolgen hebben voor onze nationale en economische veiligheid en daarmee voor het verdienvermogen van Nederland.
Digitale autonomie moet op het hoogste politieke en ambtelijke niveau worden besproken, vanuit een integrale visie op cyberweerbaarheid. Er moet gericht geïnnoveerd worden en cyberweerbaarheid moet door de overheid en het bedrijfsleven vanuit het soevereiniteitsperpectief worden aangepakt. Dat is de belangrijkste conclusie uit het CSR Advies ‘Nederlandse Digitale Autonomie en Cybersecurity’ van de Cyber Security Raad. Het advies is gebaseerd op de studie ‘Nederlandse Strategische Autonomie en Cybersecurity’ die in opdracht van de raad is uitgevoerd.
De raad constateert dat onze digitale afhankelijkheid inmiddels zo groot is dat de digitale soevereiniteit van Nederland onder druk staat. Dat gaat verder dan het borgen van de cyberveiligheid van specifieke IT-systemen en daarmee gegenereerde data van onze burgers en bedrijven. We moeten, volgens de raad, ook in de digitale wereld zeggenschap houden over onze essentiële economische ecosystemen en democratische processen.
Vijf concrete punten
De raad adviseert om vooruitlopend op nationale strategie- en beleidsvorming vijf concrete zaken in gang te zetten.
- Borgen van drie basisvoorzieningen (soevereiniteit-respecterende cloud voor veilige opslag van data en data-analyse, veilige digitale communicatienetwerken en post-kwantumcryptografie);
- Implementeren van een toetsingskader digitale autonomie cybersecurity;
- Verhogen van bewustwording van het belang van strategische autonomie in cybersecurity;
- Verbeteren van het Nederlandse valorisatie- en innovatieklimaat;
- Actieve inzet voor aansluiting bij EU-beleid dat een relatie met digitale autonomie heeft en waarbij Nederland ook gebruikmaakt van de beschikbare EU-financiering.