De Verenigde Staten zetten opnieuw druk op de wereldwijde technologiesector. Door nieuwe Chinese bedrijven op de zwarte lijst te plaatsen, dreigt Washington de samenwerking met Europese kennis- en innovatiepartners te verstoren. Politici waarschuwen dat ook Nederlandse universiteiten en bedrijven hier de gevolgen van zullen voelen en roepen het kabinet op in te grijpen.
▼
Onderzoek en innovatie in de knel
De zwarte lijst beperkt de export van AI-software, onderzoeksdata en geavanceerde chips naar instellingen die mogelijk banden hebben met Chinese partijen. Daarmee komt niet alleen wetenschappelijk onderzoek, maar ook gezamenlijke innovatie met Europese bedrijven onder druk te staan.
Volgens beleidsmakers kan dit leiden tot “strategische afhankelijkheden en kennisachterstanden” als Nederland niet snel een duidelijk beleid opstelt.
Data, macht en de prijs van afhankelijkheid
De implicaties voor data- en marketingbedrijven zijn aanzienlijk. Veel analytics-organisaties werken samen met universiteiten of buitenlandse cloud- en AI-leveranciers, waardoor projecten plots kunnen stilvallen of data-toegang kan wegvallen zodra Amerikaanse sanctieregels in werking treden.
Ook marketingbedrijven die AI-modellen of datasets gebruiken van internationale partners lopen risico’s: licenties kunnen worden ingetrokken of API’s beperkt, zeker wanneer technologie indirect afkomstig is van Chinese leveranciers.
Voor data-professionals is dit geen ver-van-hun-laptopkwestie, maar een directe bedreiging voor hun dagelijkse praktijk. Contracten, datastromen en AI-modellen kunnen elk moment geraakt worden door geopolitieke besluiten. De echte vraag is dus niet óf, maar hóe bedrijven zich wapenen tegen een toekomst waarin data-toegang steeds vaker wordt bepaald door politieke macht.