In 2021 organiseerde het CBS op verzoek van het Europese statistiekbureau Eurostat een volkstelling. Zo’n telling gebeurt één keer in de tien jaar. Daar merken de Nederlander weinig van, want de telling is al meer dan 40 jaar digitaal. Inmiddels zijn de eerste resultaten van de Volkstelling 2021 bekend. Aan het tweede deel – deadline maart 2024 – wordt nu hard gewerkt.
In veel landen is de volkstelling een enorme operatie met honderdduizenden tellers die van deur tot deur gaan met een vragenlijst om de inwoners van hun land te bevragen over gezinssamenstelling, opleidingsniveau, beroep, woning, etc. In Nederland vindt de volkstelling echter op een geheel andere manier plaats: digitaal. Ons land heeft namelijk een goede gemeentelijke basisregistratie personen (BRP) die het CBS (op basis van de CBS-wet) mag gebruiken. Daarnaast zijn gegevens uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB) een belangrijke bron. ‘Daardoor hoeven de inwoners van ons land al meer dan vier decennia geen vragenlijsten voor de volkstelling in te vullen. Dat verlaagt de enquêtedruk en bespaart ons land ook nog eens miljoenen euro’s in vergelijking met andere Europese landen, waar enquêteurs nog wel langs de deuren gaan’, aldus Reinoud Stoel, hoofd van het team methodologie van het CBS.
Volkstelling 2021
Eric Schulte Nordholt is als onderzoeker al meer dan 25 jaar intensief betrokken bij de volkstellingen in ons land. Hij kent alle bijzonderheden van deze telling en is ook internationaal een veel geraadpleegde deskundige op dit gebied. Daarnaast neemt hij deel aan verschillende Europese taskforces over de volkstelling en is hij ook internationaal coördinator van dit onderwerp. ‘De eerste resultaten van de Volkstelling 2021 hebben we eind vorig jaar aan Eurostat kunnen aanleveren. Voorheen moesten we per land gegevens opleveren op gemeentelijk en regionaal niveau. Nu vereiste Eurostat dat we ook nog gegevens op ‘vierkanten-niveau’ aanleveren: 42 000 in totaal. Daar horen ook metadata bij. Die zijn in een paar 100 pagina’s beschreven.’
Stimuleren van de economie
De telling op ‘vierkanten-niveau’ is nieuw voor deze volkstelling en bevat veel gedetailleerdere informatie dan op gemeentelijk niveau, aldus Schulte Nordholt. ‘De vierkanten van 1 kilometer bij 1 kilometer lopen dwars door gemeenten heen en moeten bovendien aansluiten bij onze landsgrenzen. Voordeel van deze vierkanten is dat die – in tegenstelling tot gemeentegrenzen – stabiel in de tijd zijn.’ Eurostat heeft behoefte aan deze ‘vierkanten-informatie’ om geld te kunnen verdelen over de EU-landen voor het ondersteunen van de economische ontwikkeling via de zogenaamde structuurfondsen. Ook is deze informatie de komende jaren noodzakelijk om meer gedetailleerde vergelijkingen binnen Europa te kunnen maken.
Informatiebeveiliging
Bij het opleveren van de gegevens op vierkanten-niveau speelt informatiebeveiliging een belangrijke rol. Marieke de Vries is methodoloog bij het CBS en nauw betrokken bij dat
proces: ‘Het CBS heeft samen met de statistiekbureaus van enkele andere landen een tweetal nieuwe beveiligingsmethoden en bijbehorende software ontwikkeld, waardoor de gegevens uit de ‘vierkanten’ veilig gepubliceerd kunnen worden. Dat wil zeggen dat geen informatie over individuele personen kan worden achterhaald. Dit principe passen we toe bij al onze statistieken. Dat gebeurt op een zodanige wijze dat de gepubliceerde resultaten niet veel verschillen van de werkelijke resultaten.’
Hypercubes
Op dit moment werkt het CBS aan de oplevering van het tweede deel van de volkstellingsgegevens. Die moeten in maart 2024 aan Eurostat zijn geleverd. Schulte Nordholt: ‘Dat tweede deel bestaat uit zogenaamde hypercubes. Dat zijn grote tabellen, bijvoorbeeld over bevolking, werkenden en woningen op gemeentelijk niveau. Alle data daarover hebben we in huis en moesten worden gecontroleerd. Alleen informatie over beroepen hebben we moeten schatten.’