Deze week verscheen de vierde editie van NMO Mediatrends. Het rapport is een informatiebron over het bezit en het gebruik van devices voor mediaconsumptie. Het vormt daarnaast de basis voor de samenstelling van de doelgroepen in de bereiksonderzoeken waar panels worden gebruikt (voor kijken, luisteren en online).
▼
Voor deze vierde editie zijn meer dan 8.000 respondenten van 13 jaar en ouder ondervraagd over het bezit en gebruik van media-apparaten en consumptie van video, audio en andere vormen van content. Net als vorig jaar is NMO Mediatrends aangevuld met jaarcijfers vanuit de NMO Print & Merken Monitor, NMO Luisteren, NMO Kijken en NMO Online. Deze aanvulling vanuit de bereiksonderzoeken levert een compleet beeld van de ontwikkelingen in mediagedrag van de Nederlandse bevolking.
Online steeds populairder
De verschuivingen ten opzichte van de vorige editie (2023) zijn minimaal, wel blijven de online vormen en online platformgebruik in populariteit toenemen. Met name jongeren geven bovengemiddeld aan vaker online te gamen, in vergelijking met andere leeftijdsgroepen. Bij andere smart devices die verbonden zijn met het internet zijn er lichte toenames te noteren. Een smart TV is aanwezig in 71% van de huishoudens en een smart speaker in 26% van de huishoudens.
De penetratie van devices wordt gedomineerd door televisie en smartphone. Met voor beide een penetratiegraad van ruim 95%. Voor smartphone neemt dat nog steeds toe. De aanwezigheid van de smartwatch en spelcomputers is ook toegenomen. Vooral jongeren gamen bovengemiddeld vaker online, in vergelijking met andere leeftijdsgroepen. Luisteraars tussen de 35-64 jaar luisteren naar de meeste zenders per week.
Vooral jongere groep actief
Als het gaat om mediaconsumptie blijkt leeftijd een belangrijke factor. Voor online kijken en luisteren is het vooral de groep tussen 13 en 34 jaar die dagelijks bovengemiddeld actief is. Omgekeerd hebben de oudere doelgroepen een duidelijke digitale voorsprong als het gaat om online lezen en luisteren naar radio. Hoewel de oudere doelgroepen veel online nieuws volgen, is het toch vooral de leeftijdsgroep tot 34 jaar die online veel nieuwsmedia consumeert. Deze groep doet dat zeker niet alleen maar online. In het hele mediadomein heeft traditionele consumptie een goede en stevige basis.
Meer op papier
Het leesgedrag in Nederland is weinig veranderd in vergelijking met 2023. Magazines, dagbladen en huis-aan-huis-kranten lezen mensen nog steeds veel op papier. Ruim vier van de vijf Nederlanders leest wel eens magazines op papier. Voor dagbladen ligt dit totaalbereik op 56%. Zeven van de tien mensen leest wel eens een huis-aan-huiskrant online of in print. Er zijn kleine verschillen tussen dagbladen en magazines als het gaat hoe intensief het gelezen wordt. 34% van de lezers van een gemiddelde dagbladtitel leest alles/bijna alles van een nummer. Bij een gemiddelde magazinetitel ligt dit op 30%. De mate van het op papier lezen van magazines en landelijke dagbladen is in 2024 licht toegenomen, terwijl bij regionale dagbladen het aandeel dat alleen digitaal leest, juist licht is toegenomen.
Meer VOD
Het kijken naar video’s, series en tv-programma’s blijft een belangrijk onderdeel van de mediaconsumptie van Nederlanders. 88% zegt weleens naar televisieprogramma’s te kijken, 79% kijkt wel eens online series, films, programma’s of online video’s. Het gebruik van VOD-diensten is populair. Steeds meer personen maken gebruik van 4 of meer VOD-diensten. En anno 2024 zegt 15% van de Nederlanders geen gebruik te maken van VOD, terwijl dit nog 23% was in het jaar ervoor.
Twee derde luistert radio
69% van de Nederlanders van 13 jaar en ouder luistert weleens radio. De populariteit van online muziekdiensten is licht toegenomen bij de doelgroep 20 jaar en ouder. De grootste populariteit van podcasts ligt bij 20-34-jarigen. Nog altijd gebeurt een derde van het radio luisteren via FM. Stream, via een app of website, volgt op de voet met zo’n 30%. Het aandeel DAB+ ligt gemiddeld op 17%.
Het volledige rapport NMO Mediatrends 2024 is te vinden op de website van NMO: www.nationaalmediaonderzoek.nl.