De Europese privacytoezichthouders stellen in een advies aan de Europese Commissie verbeteringen voor van het huidige voorstel voor de Data Act. De toezichthouders wijzen erop dat de Data Act geen afbreuk mag doen aan de bescherming van persoonsgegevens die de AVG biedt. Ook vinden ze dat overheden geen al te ruime bevoegdheid moeten krijgen om persoonsgegevens op te eisen van private partijen.
De Data Act (of Dataverordening) is een voorstel voor een nieuwe wet, die het delen van data moet stimuleren. Het gaat om data bij overheidsinstellingen én bedrijven. En mogelijk ook om persoonsgegevens. De Europese Commissie (EC) wil met het voorstel bereiken dat data meer gedeeld worden tussen verschillende sectoren en tussen publieke en private organisaties. Ook moeten gebruikers van ‘slimme’ apparaten, zoals deurbellen of thermostaten, toegang krijgen tot de data die deze apparaten genereren.
Het is de bedoeling dat de privacytoezichthouders een grote rol zullen spelen in het toezicht op deze wet, waar het om persoonsgegevens gaat.
AVG altijd boven Data Act
Het grootste risico van het huidige voorstel voor de Data Act is dat er onduidelijkheid kan ontstaan over de toepasselijkheid van de AVG en dat de Data Act afbreuk doet aan rechten en verplichtingen in de AVG. De toezichthouders wijzen erop dat de AVG bij het gebruik van persoonsgegevens altijd voorgaat.
Daarnaast zien de toezichthouders als risico dat de Data Act te veel ruimte geeft aan overheden om persoonsgegevens bij bedrijven op te eisen, zonder voldoende waarborgen voor de privacy van burgers. De Data Act verplicht bedrijven namelijk om in ‘uitzonderlijke omstandigheden’, zoals rampen, data te delen met overheden. Wanneer die verplichting precies geldt en om welke data het dan gaat, is niet duidelijk genoeg omschreven. Dat moet wel, vinden de toezichthouders.
De EC heeft het voorstel voor de Data Act in februari 2022 gedaan. Het is nu aan het Europees Parlement en de regeringen van de EU-lidstaten om over het voorstel te oordelen en tot een akkoord te komen.