Data worden steeds belangrijker in de samenleving en in de economie, maar de waarde van data was tot nu toe niet terug te vinden in de statistieken. Het CBS deed in het afgelopen jaar onderzoek naar de vraag hoe die lacune opgevuld kan worden. Dat past binnen het CBS-project Adequaat Meten van de Economie (AME) en voldoet aan de wens om immateriële activa beter in beeld te brengen. Belangrijk resultaat: de waarde van data lag in 2017 ergens tussen de 15 en 20 miljard euro en groeide daarna door, vooral de waarde van data-science.
Het CBS heeft o.a. bekeken hoe bedrijven de waarde van data verwerken in hun jaarrekening en balans. Maar die waarde is nauwelijks terug te vinden. Daarom wordt die waarde geschat op basis van de kosten die gemoeid zijn met het verkrijgen van data. Onderzoeker Hugo de Bondt van het CBS: ‘We brengen verschillende beroepen in kaart en stellen vast hoeveel werktijd mensen in deze beroepen besteden aan data. Vervolgens tellen we loonkosten, opslagkosten en een winstpercentage bij elkaar op om tot een waarde te komen.’
Het CBS maakt bij het onderzoek naar de waarde van data gebruik van bestaande bronnen, waaronder de enquête beroepsbevolking (EBB) en de polisadministratie. De uitkomst is een schatting. De Bondt: ‘We hebben een hoog en een laag scenario berekend, binnen die bandbreedte moet de werkelijke waarde liggen.’ Het CBS stelde een tijdreeks op van 2001 tot 2017, waarin de ontwikkeling van de waarde van data in Nederland goed te zien is. ‘Dat is interessant, bijvoorbeeld voor het ministerie van Economische Zaken en Klimaat dat aan de hand daarvan het belang voor de Nederlandse economie kan bepalen.’
Groei data-science
Het onderzoek laat zien dat de waarde van data in Nederland gemeten in jaarlijkse uitgaven tussen de 15,6 en 20 miljard euro bedraagt in 2017. Vooral de categorie data-science groeit sterk, jaarlijks met zo’n 15%. Het beheer van opslag van data vindt juist weinig plaats in Nederland, aldus De Bondt. ‘Dat wordt vaak uitbesteed, bijvoorbeeld naar organisaties in Azië.’ De overheid, waaronder het CBS zelf, en het onderwijs zijn bij het onderzoek naar de waarde van data buiten beschouwing gelaten. ‘We hebben deze sectoren niet meegenomen omdat zij geen ‘eigenaar’ zijn van de data. Maar eigendom is altijd een lastig onderwerp bij data, met name als het om persoonsgegevens gaat.’
Databedrijven meest waardevol ter wereld
Het onderzoek naar de waarde van data is gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De waarde van data is moeilijk vast te stellen, benadrukt ook Rogier de Boer van het ministerie. ‘Die waarde is namelijk niet intrinsiek, maar ontstaat pas als je iets met de data doet. Tegelijkertijd weten we dat de meest waardevolle bedrijven ter wereld databedrijven zijn.’ In Nederland is het delen van data tussen bedrijven nog niet zo vanzelfsprekend als gedacht en vaak ook nog niet op de meest efficiënte manier geregeld, constateert De Boer. ‘Dat gaat vaak analoog en op incidentele basis, wat vrij duur is en veel tijd kost. Het interessante aan data is juist dat je ze oneindig kunt hergebruiken en dat de waarde toeneemt zodra je ze beschikbaar stelt aan veel anderen. Ik denk ook dat we bepaalde datastromen nog veel beter kunnen inzetten om innovatie te versnellen.’
Het onderzoek dat het CBS nu heeft afgerond ziet De Boer als een eerste verkenning, waar wat hem betreft een vervolg op komt. ‘Weten wat data waard zijn is van belang om te onderbouwen waarom er bepaalde regels nodig zijn en waarom de overheid bepaalde initiatieven ondersteunt.’