Een minderheid van de flexwerkers (12%) ziet alleen maar nadelen aan flexibel werken. De meerderheid (53%) ziet de flexibiliteit van flexwerken als belangrijkste voordeel. Zo blijkt uit het Flexwerk Onderzoek 2021 naar de ervaringen en toekomstverwachtingen van flexwerk in opdracht van Brisker Group, uitgevoerd door Sparkey (onderzoekslabel van Motivaction).
Het Flexwerk Onderzoek 2021 onderscheidt en beschrijft drie zeer uiteenlopende typen flexwerkers:
1. de zelfredzamen;
2. de zekerheidszoekers;
3. en de pragmatici.
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste flexwerkers werkzaam zijn in de sectoren zorg & welzijn en zakelijke dienstverlening. Met als bijkomend verschil dat de zelfredzamen ook actief zijn in het onderwijs, zekerheidszoekers in de industrie en pragmatici in transport & logistiek.
Voor werkgevers en intermediairs is het van belang om te weten met welk type flexwerker ze te maken hebben.
Ook de overheid doet er verstandig aan beleid te maken dat bijdraagt aan de situatie van de verschillende soorten flexwerkers, want niet iedere flexwerker wil beschermd worden. Slechts 12% van de flexwerkers ziet alleen maar nadelen aan het werken op flexibele basis. De meerderheid (53%) geniet juist van de vrijheid en flexibiliteit van het flexwerken.
Werkgevers zien toekomst in flex
Terwijl de overheid flexwerk probeert te beperken, zien werkgevers juist veel toekomst in flexwerk. Ruim een kwart van de ondervraagde werkgevers voorziet de komende drie jaar een groei van de flexibele schil. Voor bijna de helft van de organisaties (48%) is de flexibele schil van (groot) belang voor de bedrijfsvoering. Flexibel werk helpt ze bij een gezonde bedrijfsvoering, organisatiegroei en het bijbenen van de markt. Daarbij zetten ze het vaakst zzp’ers in (30%), gevolgd door uitzendkrachten (23%) en medewerkers met nulurencontracten (15%).
Overheid en realiteit
De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) heeft in praktijk weinig effect op de inhuur van flex. Ruim driekwart van de werkgevers weet niet precies wat de WAB inhoudt of is er helemaal niet mee bekend. Zij staan dan ook neutraal tegenover de wet, maar vinden wel dat de overheid zich te veel bemoeit met flexibel werk in organisaties. Verder zegt 32% dat het overheidsbeleid rond flexibel werk zorgt voor veel onzekerheid in de organisatie. Intermediairs zien dat de WAB in het begin wel effect heeft gehad, maar daarna is de paniek weggeëbd. Werkgevers en intermediairs zijn dan ook van mening dat de overheid zich op de verkeerde manier bemoeit met de flexbranche. Er wordt altijd gesproken van de grote kloof tussen flex en vast, maar de kloof tussen overheid en realiteit is nóg groter. Daarbij is het steeds aanpassen van de wet uiteindelijk vaak nog het meest nadelig voor de flexwerkers.