In het vierde jaarlijkse onderzoek naar de houding ten opzichte van AI zet Ipsos de schijnwerpers op hoe bedrijven en merken AI in de toekomst kunnen gebruiken – en hoe AI het vertrouwen van het publiek kan beïnvloeden. Het onderzoek – gehouden in 30 landen wereldwijd – kijkt ook naar wat we verwachten van AI: van de arbeidsmarkt en de gezondheidszorg tot het uitvoeren van dagelijkse taken.
▼
De belangrijkste bevindingen zijn:
- De hype rond AI houdt verband met de economische vooruitzichten: gemiddeld zegt 52% enthousiast te zijn over producten en diensten die AI gebruiken, maar 53% zegt er ook wat zenuwachtig van te worden. De landen die het meest enthousiast zijn, denken dat AI de economie ten goede komt (zoals Thailand, Indonesië en Maleisië).
- Mensen hebben meer vertrouwen in overheden dan in bedrijven als het om AI gaat: 54% vertrouwt erop dat hun regering AI op verantwoorde wijze reguleert. Iets minder (48%) zegt er vertrouwen in te hebben dat bedrijven dat goed doen.
- De algemene stemming is dat AI in advertenties kan worden gebruikt, maar mensen vertrouwen niet zomaar dat AI goede productafbeeldingen, recensies en beschrijvende teksten kan maken.
- Als AI wordt het gebruikt, dan moet dat worden gemeld: 79% vindt dat bedrijven die AI gebruiken, dat openbaar moeten maken.
- We vertrouwen AI meer dan mensen als het gaat om discriminatie: 54% vertrouwt erop dat AI niet discrimineert of bevooroordeeld is. 45% vertrouwt erop dat mensen dat niet doen.
- De meeste mensen (53%) zeggen al dat AI-producten en diensten hun leven hebben veranderd in de afgelopen 3 tot 5 jaar. En het beste (of slechtste) moet nog komen: twee op de drie (67%) denkt dat AI hun leven in de komende 3 tot 5 jaar zal veranderen.