De gemiddelde veerkrachtscore van werkend Nederland is een 7,4. Geen slecht cijfer, maar nog wel verwijderd van een minimale gewenste score van 7,8. Het laat zien dat Nederlandse medewerkers over het algemeen beschikken over een redelijke veerkracht. Werknemers in de bouw en het onderwijs zijn het meest veerkrachtig. Dat blijkt uit onderzoek van Team Heartbeats en Integron.
Het onderzoek laat zien dat medewerkers zich gemiddeld ‘soms’ tot ‘vaak’ herkennen in veerkrachtstellingen als ‘ik eet gezond’ of ‘ik doe dingen waar ik in geloof’ of ‘mijn werk maakt mij gelukkig’. ‘Het streven is dat werkend Nederland zich ‘vaak’ tot ‘altijd’ herkent in de stellingen. Vandaar dat de gewenste score dus ergens tussen een 7,8 en 10 ligt. Hoe hoger de score, hoe veerkrachtiger, dus hoe beter’, aldus Arjen Maliepaard van Integron. Veerkracht wordt bepaald aan de hand van vijf elementen. Die zijn: de mate waarin mensen betekenis in het leven, positieve emoties en sociale support ervaren. En de manier waarop ze omgaan met tegenslag en hun fysieke gesteldheid. Vooral de veerkracht rondom fysieke gesteldheid scoort wat minder: een 7,1.
Facilitaire dienstverlening scoort laag
Met een gemiddelde veerkrachtscore van 7,6 zijn de bouw en het onderwijs de meest veerkrachtige branches. Facilitaire dienstverlening scoort van alle branches het laagst en moet genoegen nemen met een gemiddeld cijfer van 7,0. De branche scoort op alle vijf de veerkracht-elementen lager, vooral op het gebied van fysieke gesteldheid en positieve emoties. Het werk maakt medewerkers relatief minder gelukkig, ze eten minder gezond en slapen en ontspannen onvoldoende.
Boomers OK
Binnen organisaties zelf zijn er ook verschillen. Vooral tussen de oudste en jongste generatie. Boomers (geboren tussen 1945 en 1960) zijn veruit het meest veerkrachtig. Dat blijkt uit een gemiddelde veerkrachtscore van 7,7. Ze hebben een sterk sociaal vangnet, blijven kalm tijdens crises, vinden het werk zinvoller en ontspannen meer. Dat lukt de jongste generatie (Gen Z) juist minder met een gemiddelde score van 7,2. Rust vinden is voor hen een hele uitdaging. Ook is het voor deze generatie lastiger om fouten te durven maken. Verder laat het onderzoek zien dat generaties Z en Y zich onvoldoende gesteund vinden door hun werkgever als het op hun fysieke en mentale gezondheid aankomt.’