Thuiswerken is nog steeds de norm en het advies blijft van kracht om het kantoor zo veel mogelijk te mijden. Tijd om te vragen: wat wordt de werkplek van de toekomst?
Bijna driekwart van werkend Nederland (73%) geeft aan ook na de coronacrisis vaker thuis te willen werken en 77% geeft aan het dagelijkse werk thuis goed af te kunnen krijgen. Dit blijkt uit onderzoek onder 646 werkende Nederlanders van Sparkey, het label van Motivaction voor arbeidsmarktonderzoek, en communicatiebureau PROOF. Toch blijft het samenkomen op één locatie belangrijk: ruim de helft (53%) geeft aan zijn of haar collega’s te missen, onder 25- tot en met 34-jarigen is dit zelfs 68%.
Combineren werk en gezin
Met name de rust die men thuis heeft, het combineren van werk met het gezin en het goed kunnen concentreren zijn belangrijke redenen als het gaat om vaker thuis willen werken na corona. Ook het wegvallen van de reistijd van en naar kantoor wordt als prettig ervaren. 37% geeft aan zich thuis beter te kunnen concentreren, terwijl een kwart zegt zich thuis juist slechter te kunnen concentreren. Dat geldt voor 50% van de 25- tot en met 34-jarigen en met hetzelfde percentage ook voor lager opgeleiden.
Fysiek overleg
Ondanks de toegenomen populariteit voor thuiswerken, blijft het kantoor ook in de toekomst belangrijk. De werkplekken op kantoor bieden een aantal voordelen, zoals het houden van fysieke overleggen en brainstormsessies en even snel langs een collega lopen met een vraag. Ongeveer de helft van de werkenden (53%) mist zijn of haar collega; bij 25- tot en met 34-jarigen is dat 68%. In de toekomst wil bijna de helft van de werknemers meerdere keren per week naar kantoor, als dit weer mag. 32% wil zo snel mogelijk terug naar hoe het vroeger was. Slechts 3% zou het kantoor volledig achter zich willen laten.