Boeren en tuinders zeggen geregeld te willen voldoen aan de hoogste productiestandaarden met gezonde dieren, en het klimaat, biodiversiteit en landschap te willen beschermen. Maar er moet wel bestaansrecht, een verdienmodel voor de boer overblijven, vinden ze. En dat komt niet uit met bonusaanbiedingen.
Uit onderzoek onder 1558 consumenten, uitgevoerd door Direct Research in opdracht van LTO, blijkt dat consumenten ook best willen bijdragen door bijvoorbeeld de kiloknallers te laten staan. Maar liefst 62% van de respondenten wil deze zo snel mogelijk uit de schappen hebben. Bij het kopen van groente, vlees, fruit en zuivel zegt slechts 27% zich te laten leiden door de prijs. 59% vindt seizoenproducten belangrijk. 44% koopt bewust Nederlandse producten, 34% biologische producten en 46% scharrelproducten. Daar staat tegenover dat nog maar 24% bewust etiketten leest om te bepalen hoe duurzaam een product is. De consument wil wel, maar trekt nog niet bewust de portemonnee voor duurzaamheid.
Het CBS berekende dat de inkomstenbesteding aan voedsel dalende is, in 2018 slechts 8%. In vergelijking met ander Europese landen geeft Nederland relatief weinig uit aan voeding. Nederland bungelt onderaan met de ontwikkeling van voedselprijzen ten opzichte van de ons omringende landen. Daar staat tegenover dat men in Nederland wel de perceptie heeft dat er zo’n 20 à 30% van het inkomen naar voedsel gaat. De verhouding tussen productie en consumptie is scheef, het stunten met prijzen door supermarkten doet deze verhouding ook niet veel goed.