De regering heeft in een brief een implementatiekader geschetst voor algoritmen. Naast de vele voordelen van algoritmen is er een hoog risico op framing en misbruik. En dat leidt weer tot maatschappelijke kritiek.
Toepassing van algoritmen biedt allerlei mogelijkheden om taken beter vorm te geven en uit te voeren. Maar er kleven ook risico’s aan en de inzet leidt met enige regelmaat tot maatschappelijke kritiek. De afgelopen tijd is zowel in Nederland en in Europees verband hard gewerkt om die ontwikkeling de goede kant op te sturen. In Brussel krijgt de AI-verordening vorm, waarin Nederland veel van de eigen inzet in de Raadstekst heeft weten te verankeren. In afwachting van de besluitvorming daarover en de implementatie daarvan heeft de regering in eigen land stappen gezet met onder meer het inzetten van een algoritme-toezichthouder, het openen van een algoritmeregister en het schetsen van een implementatiekader voor de overheid.
Publieke waarden
Het implementatiekader (IKA) heeft tot doel overheden te ondersteunen bij de verantwoorde inzet van algoritmen. Daartoe biedt het IKA een overzicht van de belangrijkste normen en maatregelen waaraan voldaan moet worden, en normen en maatregelen die niet verplicht zijn maar als handreiking dienen voor het waarborgen van publieke waarden. In het eerste kwartaal 2024 zal de staatssecretaris de Kamer berichten over de voortgang.
Eind 2022 heeft het kabinet het algoritmeregister voor overheidsorganisaties gelanceerd. Hierin zijn de algoritmen opgenomen die de overheid ontwikkelt of gebruikt en die aanmerkelijke impact kunnen hebben op burgers. Er is daarnaast een handreiking opgesteld om overheidsorganisaties te helpen bij de publicatie van algoritmen in het register.
De hoog risicosystemen in de AI-verordening moeten gecontroleerd worden op bias en discriminatie, voordat ze op de markt komen, maar ook gemonitord worden gedurende het gebruik.
En toen viel het kabinet
Samen met andere departementen, waaronder het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), werkt de staatssecretaris aan een gedragen kabinetsvisie die voor het einde van het jaar met de Tweede Kamer zal worden gedeeld
Maar aangezien het kabinet is gevallen is het de vraag of het aangekondigde beleid uit de brief (zie link hieronder) doorgang kan vinden. Bij een procedurevergadering van de Tweede Kamercommissie van Digitale Zaken besluit de Kamer of zij de brief ‘controversieel’ verklaart tot een nieuw kabinet aantreedt (waarmee de brief in de ijskast gaat) of toch behandelt.
Kijk hier voor de Kamerbrief met alle bijlagen – inclusief het implementatiekader.