Marius Hogendoorn is al jaren bezig met een onderzoek naar schoonheid. Wat is schoonheid, waar vind je die, hoe kijken mensen tegen schoonheid aan, en zijn er verschillen per land? Hij startte er het ‘Project Beauty’ voor dat hij wereldwijd uitzet. In het eerste deel van een serie vertelde hij hoe hij op het idee kwam en wat het project omvat. In het tweede deel duikt hij dieper in het fenomeen. ‘De gemiddelde leeftijd van de persoon die schoonheid associeert met opwinding is 43 jaar.’
▼
Wij zijn geneigd veel aandacht en ook geld te besteden aan dingen die we mooi vinden. Dat kan zijn door naar exposities of concerten te gaan, maar ook door een mooi bankstel te kopen, of, nog veel ingrijpender, verliefd te worden op een mooi persoon.
Al in dit laatste voorbeeld zien we hoe verwarrend het woord ‘mooi’ soms is, want wat bedoelen we met een ‘mooi’ persoon? Iemand met de goede genen en een aantrekkelijk uiterlijk? Of iemand met een mooie stem en een inspirerend verhaal? Welke betekenissen heeft het woord ‘mooi’ voor ons, of, op een meer generiek level: waar gaat het fenomeen dat aan dit label ‘mooi’ hangt over? Hoe beleven we schoonheid?
‘Is schoonheid gevaarlijk?’
Met Project Beauty duiken we in deze puzzel. We doen dat door het stellen van 45 vragen over allerlei deels controversiële aspecten van schoonheid, zoals bijvoorbeeld ‘is schoonheid gevaarlijk?’ Door de jaren heen is deze vraag gesteld aan meer dan 14.000 mensen in acht landen. In Nederland liep deze vraag mee bij (representatieve) peilingen in 2011, 2016 en 2021.
In Nederland leeft ook het besef dat schoonheid riskante aspecten heeft. In 2021 zei ongeveer twee derde van de respondenten dat schoonheid ‘(vrijwel) altijd’ of ‘soms’ gevaarlijk is. Eén op de tien Nederlanders is van mening dat aan schoonheid altijd ook risico’s kleven.
Mode of boswandeling?
Opvallend is dat de ervaring dat schoonheid ook gevaarlijke kanten heeft vrijwel lineair afneemt met de leeftijd (fig. 2). Jongeren zien aanzienlijk meer gevaarlijke kanten dan ouderen. Een mogelijke verklaring is dat we naarmate we ouder worden een andere betekenis aan schoonheid blijken te geven. Uit de cijfers van Project Beauty blijkt bijvoorbeeld dat de associatie van schoonheid met kleding of sport aanzienlijk vaker voorkomt bij jongere leeftijdsgroepen.
Ouderen hechten meer waarde aan de schoonheid van de natuur of aan stilte. Deze uiteenlopende vormen van schoonheid hebben uiteraard een totaal ander ‘risicoprofiel’. Het op een jonge leeftijd leren omgaan met de verleidingen van de mode-industrie is van een totaal andere orde dan de behoefte van een ouder iemand om weer eens een boswandeling te maken.
De betekenis van het woord ‘schoonheid’ evolueert blijkbaar met ons mee – door de jaren heen – naar een invulling die minder verbonden is met verleiding en meer met voldoening. De gemiddelde leeftijd van de persoon die schoonheid associeert met opwinding is 43 jaar, die van de groep voor wie schoonheid vooral te maken heeft met stilte is 42 jaar. Naarmate we ouder worden neemt onze behoefte aan een overdaad aan prikkels langzaam af.
Het ideale uiterlijk
De mate waarin Nederlanders schoonheid gevaarlijk vinden is over de laatste 10 jaar aanzienlijk gestegen, vooral door een stijging in de periode 2011 – 2016. (fig.3)
Over mogelijke oorzaken van deze stijging geven de data geen uitsluitsel, maar mogelijk hangt die samen met de sterke groei van sociale media in die periode, en dan vooral het gebruik van Facebook. In 2011 had Facebook iets meer dan 500 miljoen gebruikers. In 2016 waren dat er al bijna twee miljard. Media als Facebook en nu ook Instagram staan bekend om de vele (vaak bewerkte) visuals waarop influencers hun ‘ideale’ uiterlijk en manier van leven ten toon spreiden. De promotie van schoonheidsidealen speelt daarbij een grote rol.
De effecten van het etaleren van deze, vaak in scene gezette ideaalbeelden op volgers van berichten op sociale media, wordt beschreven in de zogenaamde ‘Sociale vergelijkingstheorie’ van Festinger. Sociale vergelijking verwijst naar een gedrag waarbij we bepaalde aspecten van onszelf (bijv. ons gedrag, meningen, status en succes) vergelijken met andere mensen zodat we onszelf beter kunnen inschatten.
De effecten kunnen positief zijn (bijvoorbeeld stimuleren om eigen gedrag in positieve zin aan te passen), maar zeker ook negatief. Sociale vergelijkingen kunnen ook het tegenovergestelde bewerkstelligen: we gaan ons gedrag vergelijken met een onrealistische benchmark waardoor we juist een laag gevoel van eigenwaarde ontwikkelen. En of dit nu om make-up, mode of uiterlijk gaat, de manier waarop schoonheidsidealen online worden neergezet heeft vaak weinig te doen met de realiteit.
Ideaalbeelden
De aanname dat stijging van het aantal mensen dat schoonheid als gevaarlijk ziet deels samenhangt met de effecten van het presenteren van uiterlijke ideaalbeelden op sociale media wordt ondersteund door de uitkomsten van een (open) vervolgvraag in de Project Beauty survey: ‘Wat voor schoonheid is wanneer gevaarlijk?’ In de reacties komt vaak
naar voren dat de het gevaar niet schuilt in mooie natuurverschijnselen (zoals bijvoorbeeld gevaarlijk mooie verschijnselen als vulkanen, afgronden of wilde dieren) maar in het effect dat uiterlijke schoonheid heeft op onderlinge menselijke contacten. (fig. 4) Twee citaten: ‘Mensen die mooi zijn gaan zich soms heel anders gedragen’, en ‘Je kan doorslaan in het mooi maken van jezelf’.
Experiential learning
De combinatie van schoonheid en gevaar is spannend, omdat het aantrekkingskracht en afschrikking samenbrengt, en daardoor de vraag oproept hoe we er mee om moeten gaan. Waar ligt de grens? Tot waar laten we ons verleiden? Hoe wegen we de risico’s?
Die afweging werkt uiteraard anders als we vooral schoonheid zien in mooie kleren dan als we die eerder opzoeken in de natuur. Omgaan met de verleiding van een mooie etalage of een coole webshop vraagt om een andere vorm van impulsbeheersing dan weerstand bieden aan de aandrang om weer eens een mooie boswandeling te gaan maken. Twee op het eerste gezicht totaal verschillende neigingen, maar beide worden aangestuurd door een behoefte aan (weliswaar zeer verschillende) vormen van schoonheid.
Omgaan met diversiteit van schoonheid en met de reële en irreële kanten ervan is iets wat we niet van huis uit meekrijgen. Het behoort meestal tot de levenslessen die we door schade en schande moeten opdoen. Experiential learning heet dit dan met een mooie term. In een steeds snellere en meer visuele wereld is misschien tijd om af en toe wat vaker stil te staan bij de minder mooie aspecten van dat intrigerende maar ook complexe fenomeen schoonheid.
Auteur: Marius Hogendoorn, adviseur communicatie-onderzoek en oprichter van De Uilenkamer