Bewegend beeld nemen we al ruim 100 jaar horizontaal waar. Van iedere televisie of bioscoopdoek overtreffen de breedtematen de lengtematen. Nu we bewegend beeld op onze verticaal georiënteerde smartphone bekijken ontstaat er een discrepantie tussen apparaat (verticaal) en presentatievorm (horizontaal). Hoe lossen we die discrepantie het beste op? Moeten we de consument ‘dwingen’ zijn apparaat te draaien naar een horizontale positie of is het slimmer om verticale filmbeelden aan te bieden?
Als je erover nadenkt dan is het eigenlijk heel vreemd dat we het voor foto’s doodnormaal vinden om het beeldperspectief te switchen naargelang wat er in beeld komt (horizontaal voor landschappen, verticaal voor portretten), maar dat we daar voor video veel meer moeite mee hebben. Sterker nog, de opkomst van verticale video’s riep in eerste instantie behoorlijk wat weerstand op. Onder het predicaat ‘Vertical Video Syndrome’ werd iedereen belachelijk gemaakt die het in zijn hoofd haalde om video’s in verticale positie op te nemen. Verticale video’s zouden niet professioneel zijn en niet passen bij de natuurlijke menselijke oogopslag (de ogen van mensen zijn immers naast elkaar in plaats van boven elkaar geplaatst).
De praktijk nam echter een andere wending. Onder aanvoering van de grote social media-platformen werden verticale videoformaten steeds toegankelijker. Samsung ontwikkelde een jaar geleden zelfs een televisie die kan roteren zodat verticale video’s ook op een televisiescherm bekeken kunnen worden. Daarmee was de verticale videorevolutie een feit. Bedrijven die niet vanuit de aanbod- maar vanuit de vraagkant naar videodesign keken, beseften dat de klant behoefte heeft aan verticaal beeld, ongeacht of het esthetisch mooier is of niet. De videoconsument lijkt namelijk moeite te hebben met het moeten draaien van een apparaat. Vrijwel ieder onderzoek laat zien dat de meeste mensen hun smartphone rechtop blijven houden, ook wanneer de video horizontaal is opgenomen. Zijn we te lui om ons scherm te draaien?
Gemaksdier
Uit onderzoek van de Universiteit van Gent blijkt dat de factor luiheid inderdaad een rol speelt. De onderzoekers, wier werk in augustus zal verschijnen in het Journal of Interactive Marketing, vroegen zich af wat nu eigenlijk commercieel interessanter is: een horizontaal of een verticaal geschoten videoreclame. Door middel van A/B-testing onder ruim 2000 Facebook-bezoekers kwamen zij tot de conclusie dat verticale video’s vanuit een commercieel perspectief effectiever zijn. Ook ontdekten zij dat de variabele ‘effort’ een mediërende variabele was. Met andere woorden: omdat het de kijkers van de video-reclame te veel moeite kostte om het scherm te draaien, was de verticale video effectiever. De mens blijkt voor de zoveelste keer een gemaksdier. Overigens, zijn de resultaten vooral van toepassing op generatie Z. Oudere smartphone-gebruikers lijken nog een horizontaal beeld te prefereren, maar voor hoe lang nog?
Passen mensen zich aan het design aan, of moet het design zich aanpassen aan mensen? In het geval van videomarketing kan dus zeker dat laatste geadviseerd worden.