De schoenenwinkels in Nederland hebben het zwaar. De verkopen stagneren, het aantal vestigingen loopt jaarlijks terug en een steeds groter deel van de verkopen gaat via het internetkanaal. Dit blijkt uit een onderzoek van ABN AMRO en onderzoeksbureau Locatus.
Waar begin 2012 nog 3.470 schoenenwinkels waren, telt het land er momenteel 2.450 – ruim duizend minder dus. De winstmarges zijn beperkt, ook omdat de winkels er door de hoge mate van concurrentie niet of nauwelijks in slagen om de prijzen te verhogen.
De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in het rapport ‘Samenwerking kansrijk voor schoenenwinkels’.
In 2018 lagen de verkoopprijzen van schoenen op het laagste niveau sinds 2005, terwijl het algehele prijspeil in die periode met 22 procent is gestegen. Ook in 2019 slagen schoenenwinkels er nauwelijks in hun prijzen te verhogen. Daarbij kopen consumenten steeds vaker hun schoenen online. Het online aandeel van schoenenaankopen is tussen 2016 en 2018 van 21 procent naar 26 procent gestegen.
Schoenenwinkels ondervinden concurrentie van branchevreemde partijen, zoals kledingwinkels. In deze versnipperde branche hebben meerdere kledingretailers een aandeel in de schoenenmarkt. Zo hebben grote kledingwinkels als Primark, H&M en ZARA ook schoenen in hun assortiment opgenomen en verkopen die voor een lage prijs. Zo is 9 procent van de totale omzet van H&M Nederland afkomstig van schoenen.
Bron: ABN AMRO
Samenwerking winkels
Van deze trend kunnen schoenenwinkels leren. Zo is Steenwijk Modeschoenen een samenwerking aangegaan met Rinsma Modeplein en vormt daarmee een one-stop shop voor consumenten: bezoekers kunnen bij meerdere gespecialiseerde partijen terecht om een outfit bijeen te shoppen. De schoenenwinkel is dan als het ware een shop-in-shop binnen de kledingbranche. Bovendien genereert de schoenenwinkel een groter bereik, omdat het ook consumenten bereikt die niet per se de winkel bezoeken met het doel om schoenen te kopen. Zo neemt de kans op een impulsaankoop toe. Echter, dit gebeurt nog niet zo vaak volgens branchevereniging INretail.
De krachtenbundeling kan zowel schoenenwinkels als kledingshops helpen. Niet alleen vormen zij een one-stop shop, ook kunnen zij dan kosten voor huur plus personeel delen en de consument inspireren en verrassen. Voorbeelden daarvan zijn winkels die een community creëren door een bepaalde lifestyle te verkopen, zoals Hutspot en Verse Good Store. Deze winkels verkopen niet alleen kleding en schoenen maar bijvoorbeeld ook zonnebrillen, accessoires en sierraden.
Belang service
“Om een optimale samenwerking te realiseren, is de service van cruciaal belang”, aldus Sonny Duijn, sectoreconoom retail bij ABN AMRO. “De bezoeker kan alleen dan ontzorgd worden. Uit een eerder onderzoek blijkt dat de behoefte aan kennis en kunde van bezoekers van schoenenwinkels sterk gestegen is tussen 2015 en 2018. Zo kunnen schoenenwinkels zich ook onderscheiden van het online kanaal. De kracht zit vooral in de combinatie van de fysieke winkel – als het primaire verkoopkanaal – en het internet. Niettemin groeit de online schoenenbranche de komende jaren. Het is belangrijk voor schoenenretailers om de klant beter te leren kennen. Dit kan met behulp van apps die de schoenmaat meet van consumenten.”
Data en kennis
“Verschillende retailers werken al samen met 3Daboutme. Bij herhaalaankopen kunnen schoenenwinkels deze data en kennis inzetten om consumenten te helpen de juiste maatkeuze te maken. Hiermee helpt de schoenenwinkel niet alleen de consument, maar dringt ook het aantal retourneringen sterk terug. Het is echter moeilijk om dit alleen te bereiken. Daarom is het aan te raden voor schoenwinkels om samen te werken, zoals bijvoorbeeld de ondernemers dit bij TopShoe doen.
Bron: CustomerTalk, ABN AMRO, 4 september 2019