Nederlanders zijn ten opzichte van vier jaar geleden negatiever geworden over de zelfrijdende auto, zo blijkt uit online onderzoek* van Team Vier. Het aandeel Nederlanders dat negatief is ten aanzien van de zelfrijdende auto is van 10% in 2014 gestegen naar 24% in 2018.
Dit lijkt voornamelijk te komen door het toegenomen wantrouwen in de techniek van zelfrijdende auto’s.
Waar in 2014 de zelfrijdende auto nog niet de weg op mocht, worden anno 2018 proeven uitgevoerd met autonoom rijden. Deze snelle ontwikkelingen hebben echter niet geresulteerd in een positievere houding van Nederlanders ten aanzien van de zelfrijdende auto. Toch zijn er nog altijd meer Nederlanders positief dan negatief over autonoom rijden (30% vs. 24%).
Onveiligheid zelfrijdende auto’s
Deze negatievere houding lijkt voornamelijk te komen door het toegenomen wantrouwen in zelfrijdende auto’s: zelfrijdende auto’s worden vaker als onveilig beschouwd. Men geeft aan minder vertrouwen te hebben in de feilloze werking en de techniek van een zelfrijdende auto vergeleken met vier jaar geleden: in 2014 had 51% nog vertrouwen in een feilloze werking van zelfrijdende auto’s, anno 2018 is dit aandeel gedaald naar 30%. Daarnaast zijn Nederlanders vergeleken met 2014 minder bereid de touwtjes volledig uit handen te geven: men vindt het belangrijker om te allen tijde de controle over een auto te houden (van 70% naar 76%) en heeft vaker de voorkeur voor een auto die voor gevaar waarschuwt dan een 100% zelfrijdende auto (van 58% naar 65%).
Nederlanders zien zeker voordelen van de zelfrijdende auto in het straatbeeld. Zo worden minder files en minder milieuvervuiling vaak als argumenten genoemd voor een positieve houding ten opzichte van autonoom autorijden. Voor velen zijn het wantrouwen in de technologie en de veiligheid, mede door de ongelukken die er zijn gebeurd en waarover is gecommuniceerd in de media, redenen om nog terughoudend te zijn.
*Onderzoek uitgevoerd onder 516 respondenten, juli 2018.
Bron: Persbericht Team Vier 20 december 2018