De wereldwijde advertentiemarkt groeit dit jaar met 6,2 procent tot een waarde van ruim 1,1 biljoen dollar (circa 1.023 miljard euro), zo blijkt uit nieuwe cijfers van onderzoeksbureau WARC. De grootste aanjagers zijn social media, zoekadvertenties en retail media. Vooral de dominantie van Meta, Alphabet en Amazon valt op: hun gezamenlijke marktaandeel wordt richting 2030 geschat op bijna 60 procent van de wereldwijde advertentie-uitgaven.
▼
Tegelijkertijd zoeken uitgevers en adverteerders naar manieren om minder afhankelijk te worden van deze digitale ecosystemen. Contextueel adverteren wint daarbij groot terrein. Daarmee worden advertenties afgestemd op de inhoud van de webpagina of app die iemand op dat moment bekijkt, in plaats van op persoonlijke data of surfgedrag. Lees je een artikel over sport, dan zie je bijvoorbeeld een advertentie voor sportschoenen. Dit maakt de methode privacyvriendelijk én relevant.
Nieuwe technieken zoals Dynamic Placement Optimization (DPO) en zelfs neuro-contextueel adverteren maken dit model steeds effectiever. Onderzoek van Lumen Research laat zien dat contextuele advertenties gemiddeld 164 procent meer aandacht trekken dan standaard advertenties. Een praktijkvoorbeeld komt van GP33, een platform rond Formule 1, dat met contextuele plaatsingen aantoonbaar betere resultaten boekte.
Voor marketeers en data-professionals ontstaat daarmee een spanningsveld: enerzijds verschuiven budgetten massaal naar de grote techplatformen, anderzijds ontwikkelt contextueel adverteren zich tot een levensvatbaar en steeds krachtiger alternatief voor publishers. De vraag is of deze twee bewegingen in balans blijven, of dat de schaalvoordelen van de grote spelers uiteindelijk de overhand krijgen.
Bron: WARC