Een groot deel van de consumenten die een leegloop uit de winkelstraten zouden betreuren zal daar zelf debet aan zijn. Bovendien zou de coronacrisis wel eens kunnen werken als katalysator in de omslag van fysieke naar online aankopen. Dit blijkt uit onderzoek dat I&O Research in samenwerking met INretail (brancheorganisatie retailers in non-food) uitvoerde.
Zorgen om voortbestaan fysieke winkels
Maar liefst twee op de drie Nederlanders (66 procent) noemen ‘een levendige winkelstraat in de woonplaats essentieel’ en ruim driekwart (77 procent) zou het ‘vreselijk vinden als winkels in de buurt failliet zouden gaan’. Twee derde (64 procent) maakt zich dan ook zorgen om het voortbestaan van winkels in zijn of haar woonplaats. De kans dat fysieke winkels het in de nabije toekomst erg moeilijk gaan krijgen is echter groot. En een groot deel van de consumenten die een leegloop uit de winkelstraten zou betreuren speelt daar zelf een belangrijke rol in. De helft van de Nederlanders (52 procent) geeft namelijk aan zoveel mogelijk thuis te blijven, ook als fysieke winkels daar mogelijk de dupe van zijn. “Wachten met kopen tot na de crisis, meer online kopen en alleen het hoognodige kopen zijn tekenend voor het huidige koopgedrag in de non-foodsector”, constateert onderzoeker Hendrik Nijenhuis.
Ondanks de relatief lage consumentenbestedingen in de non-foodsector, laat de mate waarin consumenten winkels bezoeken voor non-foodartikelen een herstel zien. Momenteel zegt één op de vijf Nederlanders (20 procent) gestopt te zijn met het bezoeken van winkels voor non-foodartikelen, terwijl dat in april nog een derde (35 procent) was. Toch bezoekt nog altijd een meerderheid even minder (61 procent) of geen winkels (20 procent) voor non-foodartikelen.
Consumenten kiezen vaker voor online kanalen
Momenteel worden vrijwel alle soorten non-foodproducten (m.u.v. boeken) minder gekocht. Wanneer men toch bepaalde producten koopt, kiest men er vaker voor om dit online te doen. Vóór de crisis kocht een groot deel van de consumenten al veel online. Tijdens de crisis zien we dat dat fors is toegenomen voor schoenen, kleding, woninginrichting, sportartikelen en boeken. Zo steeg bijvoorbeeld het aandeel Nederlanders dat aangaf vaak/meestal kleding online te kopen van 18 procent (vóór de coronacrisis) naar 34 procent (nu). Bloemen, tuinartikelen, planten en doe-het-zelfartikelen koopt men nog steeds meestal in een fysieke winkel, maar wel minder dan voorheen.
Consumenten raken in deze crisis gewend aan de gemakken van het online bestellen. Een op vijf consumenten (21 procent) denkt dat in de toekomst ook te blijven doen. Deze groep verwacht hoofdzakelijk kleding, schoenen, voedsel, elektronica en woninginrichting vaker online te gaan kopen. Vooral 18- tot 34-jarigen denken in de toekomst vaker spullen (26 procent) en eten en drinken (15 procent) via online kanalen te kopen.
Regionale verschillen in vertrouwen veiligheid winkelbezoek
Ruim de helft van de Nederlandse bevolking (60 procent) geeft aan dat fysieke winkels momenteel hun klanten veilig kunnen bedienen. Hier staat men in Zuid- en West-Nederland minder positief tegenover dan in Noord- en Oost-Nederland. In Zuid- en West-Nederland is 18 tot 19 procent van mening dat fysieke winkels nog niet veilig hun klanten kunnen bedienen en in Noord- en Oost Nederland gaat het om slechts 9 tot 11 procent.
Kwart: bezoek fysieke winkel in toekomst minder veilig
Een kwart van de Nederlanders (25 procent) verwacht zich na de coronacrisis minder veilig te voelen om fysieke winkels te bezoeken dan vóór de coronacrisis, uit angst voor coronabesmetting. Onder bepaalde voorwaarden voelt men zich veilig(er) om fysieke winkels te bezoeken. Vooral het 1,5 meter afstand houden, een grote en ruim opgezette winkel en het schoonhouden van deurklinken, winkelwagens en mandjes zijn veelgenoemde voorwaarden voor een veilig(er) winkelbezoek.
Verantwoording
I&O Research voerde in samenwerking met INretail een landelijk representatief onderzoek uit onder 1.060 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Dit onderzoek vond plaats van donderdag 7 tot dinsdagochtend 12 mei 2020. De resultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, opleiding, regio en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. De respondenten zijn afkomstig uit het I&O Research Panel.
Bron: Persbericht I&O Research, 25 mei 2020