April 2020. Nederland luistert nog gedwee naar adviezen van het OMT. Eén op de tien huishoudens skipt de viering van Pasen rigoureus en helemaal. Zo niet, dan vieren we het feest vooral in de eigen virusvrije thuisomgeving. Gemiddeld delen we de paastafel met niet meer dan drie à vier personen. Virtueel schuiven er nog een paar extra aan, want synchroon eitjes pellen vinden we dan nog leuk. Per saldo besteedt een kwart van de vierders minder geld aan Pasen dan het jaar daarvoor. Die reflex is bekend: of het nu om olie, internetbubbels, banken of virussen gaat, crisis in de tent betekent in Nederland hand op de knip. De speciale uitgaven, extra euro’s aan eten, drinken en paastakken, blijven zeer overzichtelijk.
Pasen is de eerste feestdag die Nederland voor de tweede keer viert in tijden van corona. Maar het wordt geen reprise van vorig jaar. Was Kerst 2020 nog voor de laatste keer plichtsgetrouw kneuteren, Pasen zal gevierd worden. Bij voorkeur een beetje uitbundig. Want zelfbeheersing in crisistijd duurt maximaal een maand of twaalf – en voor de kerk in Urk en een enkele verwarde dansleraar nog wat korter. De gemeenschapszin van vorig jaar heeft plaats gemaakt voor persoonlijke, zo niet egocentrische overwegingen. Hoe lang is het geleden dat we applaudisseerden voor de zorg? Het lijkt een eeuw.
Dit jaar zal het aantal paasvierders weer bijna ‘normaal’ zijn. Zal er ook weer heel veel familieverkeer zijn. Want als de overheid op een kleine negenduizend locaties een evenement organiseert voor een slordige dertien miljoen mensen – wat niet uitgesteld kon worden omdat het, tsja, niet uitgesteld kon worden – dan moet zo’n tripje naar Haastrecht of Stolwijk ook kunnen. En als de paastafels in de supermarktbladen al zo rijkelijk gedekt zijn, dan mogen we thuis ook wel een mannetje of tien ontvangen. Toch? Bovendien, dat prikje komt zo. Was Pasen 2020 een naar binnen gericht gezinsfeestje, de editie van dit jaar wordt extravert en burgerlijk ongehoorzaam – als prelude op een ongeremde, vrije zomer. Tenminste, dat hopen we.