De MOA is een gerechtelijke procedure begonnen tegen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat over de uitleg van de Wet op het CBS. Inzet is hoeveelheid commerciële opdrachten die het CBS buiten een vast pakket aan onderzoeken mag verrichten. Wettelijk is dat 10%, maar volgens de MOA ligt dat percentage ruim boven de 20% en dat gaat ten koste van opdrachten aan marktpartijen, waardoor MOA-leden omzet missen.
Dat het om echt geld gaat, bewijzen de cijfers. Het CBS zou jaarlijks tot zo’n 45 miljoen euro omzetten aan commerciële opdrachten, het dubbele van vijf jaar geleden en meer dan vijf keer zoveel als 15 jaar terug. Oneerlijke concurrentie, vindt de MOA, en een ontwikkeling die een datamonopolie aan overheidszijde in de hand werkt.
Onderzoeken kwijtgeraakt
In NRC zegt MOA-directeur Wim van Slooten: ‘Vijf jaar geleden is het CBS de commerciële markt opgegaan, omdat de budgetten omlaag gingen. Toen zijn onze bedrijven veel grote onderzoeken kwijtgeraakt. Een regeling in de wet schrijft voor dat het CBS in incidentelle gevallen mag werken voor derden. Dat zijn werkzaamheden buiten de wettelijk voorgeschreven statistieken die het CBS moet produceren. Volgens het ministerie is de definitie van derden beperkt tot private partijen. De MOA is van mening dat ‘werkzaamheden derden’ ook betrekking hebben op de overheid.’ (…) ‘Onze bedrijven hebben contact gezocht met het ministerie over die 10%. Maar daar is niet op gereageerd. Het ministerie spreekt alleen met het CBS – in onze ogen is dat vrij onbegrijpelijk.’
Vaarwater
Het Ministerie van Economische Zaken besloot al eerder dit jaar dat per 1 juli jl. het CBS alleen nog ‘extra’ onderzoek doet om redenen van privacy en transparantie. Onderzoek dat daarom niet aan andere partijen gegeven zou kunnen worden. Het CBS voegde er zelf aan toe alleen nog onderzoek uit te voeren dat van groot maatschappelijk belang is. De MOA ziet in dit alles is geen garantie dat het CBS het aantal commerciële opdrachten gaat verminderen. Inzet van de gerechtelijke procedure is nu om de wettelijke 10% af te dwingen zodat het CBS niet in het vaarwater komt van de markt van de bureaus. Extra reden voor de gang naar de rechter is dat de MOA niet wil dat het CBS zijn werkterrein nog verder uitbreidt. De MOA vreest voor een omzetstijging tot zo’n 70 miljoen euro.
Scheve verhoudingen
De werkwijze van het CBS is voor de MOA exemplarisch voor hoe zelfstandige bestuursorganen, de zogenaamde zbo’s, optreden in de markt. Ook de Kamer van Koophandel en het Kadaster bewegen zich steeds meer op terreinen waar de MOA-leden zich al op bevinden of zouden moeten werken. Daarmee zijn de verhoudingen scheefgetrokken, ook nog in een ander opzicht omdat zbo’s niet btw-plichtig zijn en geen vennootschapsbelasting hoeven af te dragen.
De procedure tegen het ministerie loopt bij de rechtbank Den Haag. Verwachting is dat een uitspraak over circa een jaar volgt.