Uit een onder 3600 respondenten uitgevoerd representatief onderzoek concludeert DVJ Insights in opdracht van branchevereniging Audify dat er verhoudingsgewijs 2,2 keer minder GRP’s nodig zijn om dezelfde herkenningsscore te realiseren bij radioreclame.
Het onderzoek is uitgevoerd in week 9 tot en met 14 van dit jaar door middel van herinneringsvragen waarbij elke respondent maximaal tien radioreclames te horen kreeg. Er zijn in totaal 36 campagnes onderzocht.
De analyse is uitgevoerd per week op campagneniveau. Het onderzoek is gedaan naar aanleiding van de introductie van het NMO Luisteronderzoek per 1 februari jl. en werkt op basis van passief meten via mobiele telefoons.
Audify wil met de resultaten van het onderzoek een benchmark voor mediadruk vaststellen.
Het NMO Luisteronderzoek levert de currency op basis waarvan luisteraandelen van radiostations worden berekend, reclamecampagnes worden gepland en gerealiseerde mediadruk (aantal GRP’s) wordt berekend. Het NMO Luisteronderzoek levert andere luistercijfers en GRP’s op.
Benchmark
De benchmark van DVJ Insights is gebaseerd op het percentage reclameherkenning door consumenten bij een bepaalde mediadruk. In het benchmarkmodel gebaseerd op het nieuwe onderzoek wordt bij elke hoeveelheid GRP’s een hogere herkenningsscore voorspeld. Dit is volgens verwachting, omdat de nieuwe meetmethode minder luistertijd rapporteert in vergelijking met de oude methodiek.
Een radiocampagne met een gemiddeld aantal GRP’s van 350 volgens het nieuwe benchmarkmodel, wordt aan het einde van de campagne naar verwachting door 24,7% van de consumenten herkend. In het oude benchmarkmodel zou exact dezelfde herkenningsscore zijn behaald met 771 GRP’s. Dat is dus een factor van 2,2.