Voor het eerst in zes jaar groeit de markt van beleggende huishoudens niet meer, al blijft de krimp beperkt tot -2.5%. Dit blijkt uit Retail Investor, het jaarlijkse onderzoek van Kantar dat sinds 1997 de ontwikkelingen op de particuliere beleggersmarkt volgt. Het aantal beleggende huishoudens in Nederland is dit jaar met 2.5% afgenomen tot 1,91 miljoen. Er komt daarmee een einde aan een periode van onafgebroken groei in de jaren 2016-2021.
Dat het aantal beleggende huishoudens afneemt is op zich niet opmerkelijk, maar wel dat deze afname zo beperkt is. Zeker gezien de huidige context met een turbulente periode van geopolitieke onrust, zeer hoge inflatie en een breed gedeeld sentiment dat de economie in een zware crisis terechtkomt. De volatiliteit op de beurzen is door dit alles weer terug, maar particuliere beleggers laten zich er per saldo nauwelijks door afschrikken. Hun gedrag wijkt daarmee sterk af van tien of twintig jaar geleden. Toen kon het gebeuren dat in een jaar met teleurstellende resultaten honderdduizenden beleggers er een punt achter zetten. Huidige beleggers zijn veelal uit een ander hout gesneden en ook speelt wel mee dat de rente op spaarrekeningen nog steeds verwaarloosbaar is.
Vooruitzicht
Er is een dus geringe uitstroom van beleggers en die lijkt niet toe te nemen zolang beurskoersen geen al te grote dalingen laten zien. De aantrekkelijkheid van beleggen lijkt eveneens weinig aan kracht in te boeten, want 12% van de niet-beleggende huishoudens denkt erover om binnen zes maanden te gaan beleggen. Het is nauwelijks minder dan de 13% die een jaar geleden werd vastgesteld. De markt van particuliere beleggers is dus tamelijk robuust, al is duidelijk dat de lange periode van onafgebroken groei afgelopen is.