Veel Nederlanders nemen maatschappelijke spanningen waar tussen groepen burgers die verschillen op basis van geboorteland, etniciteit en religie. Andere verschillen tussen burgers, bijvoorbeeld op basis van welvaartsniveau, geslacht, leeftijd, opleiding of woonplaats, leiden in de perceptie van Nederlanders tot minder spanningen.
Dat blijkt onderzoek van Ipsos in 28 landen, waaronder Nederland.
Bijna driekwart van alle Nederlanders (73%) vindt dat er relatief veel maatschappelijke spanning bestaat tussen immigranten en andere inwoners van Nederland. Een ongeveer even grote groep (70%) zegt dat dat er spanningen bestaan tussen groepen die verschillen op basis van etniciteit. En meer dan zes op de tien burgers (64%) ziet spanningen tussen religies.
Daarmee worden immigratie, etniciteit en religie relatief vaak genoemd als bronnen van maatschappelijke spanningen. Verschillen tussen mannen en vrouwen (25%), tussen universitair geschoolden en niet-universitair geschoolden (27%) en tussen ouderen en jongeren (34%) worden veel minder vaak gezien als leidend tot verdeeldheid.
Ook verschillen op basis van welvaartsniveau en sociale klasse worden in Nederland minder gezien als bron van maatschappelijke spanningen dan verschillen op basis van religie, etniciteit en geboorteland.
Politiek correct
Nederlanders zijn verdeeld over nut en noodzaak van ‘politieke correctheid’ in ons taalgebruik om spanningen tussen groepen burgers weg te nemen. Ongeveer de helft van alle Nederlanders (45%) vindt dat anderen te snel beledigd zijn, terwijl de andere helft (49%) juist vindt dat we de manier waarop we over anderen praten moeten veranderen en alerter moeten zijn op gevoeligheden.
Sjoerd van Heck, Research Manager Ipsos Public Affairs:
‘Het feit dat verschillen op basis van geboorteland, religie en etniciteit relatief vaak worden geassocieerd met maatschappelijke spanningen heeft– tot op zekere hoogte – te maken met het hevig gepolariseerde politieke debat over vraagstukken rondom migratie en culturele integratie.’