Ruim de helft (54%) van de Nederlanders maakt zich (minstens) enige zorgen over de eigen online veiligheid in de thuissituatie. In 2021 was dit nog 61%. Het aandeel dat zich (zeer) weinig zorgen maakt neemt toe van 38% naar 45%. Dat blijkt uit het jaarlijkse Cybersecurity onderzoek Veilig Online 2022 dat I&O Research uitvoerde in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De voornaamste reden dat men zich zorgen maakt, is dat internetcriminelen steeds geraffineerder zijn in hun aanpak. Een op de zes Nederlanders die zich zorgen maken, geven aan dat ze weinig verstand hebben van digitale veiligheid. 65-plussers noemen dit vaker dan gemiddeld.
De voornaamste redenen waarom men zich weinig zorgen maakt, zijn dat ze hun apparaten altijd updaten, dat ze controleren op valse websites en links, en dat ze zoveel mogelijk gebruikmaken van tweefactor-authenticatie (2FA). Meer dan in 2021 zeggen Nederlanders hun apparaten te updaten en 2FA te gebruiken.
Risico’s
Gemiddeld geven Nederlanders zichzelf een rapportcijfer van een 7,0 als het gaat om hoe zij omgaan met online risico’s. Daarmee is het cijfer, na een daling naar een 6,6 in 2021, weer terug op het niveau van 2020. In vergelijking met vorig jaar geeft men zichzelf nu vaker een 8 of hoger in plaats van een 6 of een 7.
Obstakels
Hoewel Nederlanders zich minder zorgen maken om hun online veiligheid en ze hun eigen gedrag ook hoger waarderen, zijn er ook nog obstakels. Zo wil 55% niet betalen voor een wachtwoordmanager en vindt 33% beveiligingssoftware te duur. Bijna de helft (46%) vindt het gedoe om voor alle accounts een ander wachtwoord aan te maken. Een derde (37%) vindt het aanmaken van nieuwe wachtwoorden zelfs lastig. Net zoveel Nederlanders geven aan dat instructievideo’s over bescherming tegen online risico’s ingewikkeld zijn om te begrijpen.
Cybercrime
Net als in 2021 maakte ongeveer driekwart (76%) van de Nederlanders minimaal één poging tot of voorval van cybercrime mee. Ruim de helft (56%) van de Nederlanders ontving een phishingmail in de afgelopen 12 maanden. Daarmee is dit nog steeds de meest voorkomende vorm van cybercrime. Zeven op de tien (69%) Nederlanders die een incident meemaken, doen geen aangifte of melding hiervan. Vijf procent doet dat wel. De meest genoemde reden om geen aangifte of melding te doen, is dat men denkt dat het geen zin heeft. Wanneer men het incident wel rapporteert, is dat in de eerste plaats om te voorkomen dat de dader dit opnieuw bij een ander kan doen.