De European Data Protection Board (EDPB), het samenwerkingsverband van privacytoezichthouders in Europa, heeft de strategie van de EDPB gepresenteerd voor de periode 2024-2027. De strategie bestaat uit vier prioriteiten en de belangrijkste acties om de gestelde doelen te bereiken.
De nieuwe strategie is een aanscherping van de vorige en houdt rekening met nieuwe wetten die invloed hebben op de privacy, en sterk opkomende technieken, zoals AI. Er gelden vier prioriteiten.
1 Harmonisatie en betere naleving van de AVG
De EDPB vindt het belangrijk dat de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in elke lidstaat van de Europese Unie (EU) op dezelfde manier geïnterpreteerd wordt. De EDPB stimuleert dit met onder meer guidelines. Ook zal de EDPB zich meer richten op voorlichting aan bijvoorbeeld eigenaren van kleine en middelgrote bedrijven.
2 Versterken samenwerking
Voor een goede handhaving van de AVG is een gezamenlijke cultuur nodig van handhaving en effectieve samenwerking tussen de privacytoezichthouders in de EU. Organisaties die persoonsgegevens verzamelen en gebruiken, zijn namelijk vaak in verschillende landen actief. Daarom is het belangrijk dat in elk land grofweg dezelfde procedures en regels voor handhaving gelden. In 2022 vroeg de EDPB aan de Europese Commissie om hiervoor een aanvulling op de AVG te maken. Daarnaast blijven de leden van de EDPB werken aan een betere samenwerking en uitwisseling van informatie.
3 Waarborgen gegevensbescherming
De laatste jaren zijn er verschillende nieuwe Europese wetten gekomen die impact hebben op de privacy in Europa, zoals de Digital Services Act en de Digital Markets Act. Daarnaast hebben sommige technieken, zoals AI, een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt in de afgelopen paar jaar. De EDPB wil de komende jaren zorgen voor duidelijkheid over de verhouding tussen de AVG en alle nieuwe wetten die aan de AVG raken. Daarnaast blijft de EDPB nieuwe technieken monitoren.
4 Bijdragen aan wereldwijde bescherming
Privacy stopt niet bij de grens van de EU. De EDPB zal daarom de samenwerking blijven zoeken met overheden en toezichthouders buiten de EU, om de bescherming van persoonsgegevens van EU-burgers ook buiten de EU zeker te stellen.