Sinds 2012 gebruikt Netwerk Mediawijsheid de ‘Iene Miene Media Monitor’, een grootschalig onderzoek onder huishoudens met jonge kinderen. Via dit jaarlijkse trendonderzoek wordt gemeten hoe kinderen van 0 t/m 6 jaar omgaan met verschillende media(devices), en hoe ouders hen hierbij begeleiden. CHOICE Insights + Strategy deed een online kwantitatief onderzoek onder 1.003 ouders van kinderen in de leeftijdscategorie 0 t/m 6 jaar.
Kinderen van 0 tot en met 6 jaar maken voornamelijk gebruik van (smart)televisie en tablets, waarbij het gebruik van televisie iets is toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Bij drie op de tien kinderen is ook in de slaapkamer een media-apparaat aanwezig; het vaakst is dat een tablet. Naarmate kinderen ouder worden neemt het gebruik voor alle apparaten toe, en zijn ze ook vaker in de slaapkamer aanwezig.
YouTube wordt het vaakst spontaan genoemd door de ouders als het favoriete medium van het kind. Voor de jongste leeftijden gaat het vaak om YouTube Kids, met bijvoorbeeld baby- en peuterfilmpjes of kinderliedjes. Op latere leeftijden beginnen kinderen zich meer te interesseren in o.a. gamingvideo’s en vlogs – die onder 7- tot 12-jarigen ook erg populair zijn. Ook reguliere tv-programma’s zijn nog steeds populair onder kinderen, waarbij onder meer Brum, PeppaPig, PawPatrol, Zappelin, en Freek Vonk vaak worden genoemd.
Achter het scherm
Op dagelijkse basis spenderen kinderen de meeste tijd aan YouTube (Kids) en televisie, gemiddeld zo’n 24 tot 26 minuten.
Wanneer kinderen niet achter een beeldscherm zitten, zijn zij het vaakst binnen actief. Dit doen zij nog steeds het meest frequent met anderen (minstens een uur per dag), maar in vergelijking met vorig jaar vaker alleen.
Ook valt op dat het mediagebruik van kinderen volgens hun ouders overdag is toegenomen, vooral tussen de middag (van 39% naar 50%). Dit doen kinderen het vaakst alleen of met een familielid, maar minder vaak met leeftijdsgenootjes. Na het avondeten maakt iets minder dan zes op de tien nog gebruik van media, waar dit vorig jaar zo’n tweederde was.
Mediagebruik voor school is het hoogst aan het begin van de dag, terwijl ouders hun kind het vaakst in de ochtend of aan het eind van de middag media laten gebruiken om zichzelf wat tijd of rust te geven.
'Ouders zien media als een effectief hulpmiddel om het kind bezig te houden'
Klikken op plaatjes
Kijkend naar mediavaardigheden valt op dat kinderen op jonge leeftijd (0-2 jaar) eenvoudige, intuïtieve handelingen het snelst oppikken. Denk hierbij aan het klikken op plaatjes op de tablet, doorklikken naar nieuwe filmpjes of wegwijs worden in een spelletje via plaatjes en symbolen. Op latere leeftijd (5-6) acht ongeveer driekwart van de ouders hun kind tot meer complexe handelingen in staat. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het (bijna) zelfstandig opstarten en afsluiten van apparaten, zenders kiezen via de afstandsbediening, of zelf filmpjes zoeken op YouTube.
Het daadwerkelijke begrip van media schatten ouders nog wat lager in. Hoewel ook hier met de leeftijd een duidelijke ontwikkeling zichtbaar is, zijn ouders van 5- en 6-jarigen overtuigd van het vermogen van het kind om te onderscheiden wat echt en niet echt is in (teken)films. Op deze leeftijd begint ook al iets meer begrip te ontstaan over het concept van commercie in media. Zo geeft ongeveer de helft van de ouders aan dat hun kind (bijna) helemaal begrijpt dat reclame bedoeld is om iets te verkopen, en kinderen niet zomaar online aankopen moeten doen in bijvoorbeeld videospelletjes.
Ouders van 0- tot 6-jarige kinderen onderschrijven voornamelijk de positieve effecten van media op hun kind. Zo denkt een ruime meerderheid dat media kinderen helpen om begrippen te leren, maar ook de Engelse taal en algemene taal- en rekenvaardigheid, en het kind leert geduldig te zijn wanneer het met anderen speelt. Zorgen maakt men zich over de verslavende werking van media, en in mindere mate over fysieke aspecten als slaaptekort, slechter zicht/gehoor of overgewicht.
Oogje in het zeil
Ouders zien media voornamelijk als een effectief hulpmiddel om het kind bezig te houden wanneer zij geen tijd of energie hebben om zich met opvoeden bezig te houden. Ongeveer de helft van de ouders vindt mediagebruik acceptabel wanneer het kind zich verveelt. Over het algemeen worden media minder geschikt gezien als beloning voor goed gedrag of als hulpmiddel om kinderen in slaap te laten vallen, al wordt dit vaker als acceptabel gezien door ouders van 3- tot 4-jarige kinderen.
De activiteiten die ouders op dagelijkse basis uitvoeren aan mediaopvoeding zijn voornamelijk passief van aard, zoals het kind zelf media laten gebruiken wanneer zij geen tijd hebben, of door van een afstand een oogje in het zeil te houden. Wel neemt ruim de helft tijd om samen met het kind een filmpje te kijken, en helpen zij het kind regelmatig met technische zaken (zoals een filmpje opstarten), of bij het uitkiezen van apps, filmpjes, of spelletjes.
Restricties leggen ouders op bij de hoeveelheid tijd die hun kind aan media besteedt. Tweederde van de ouders zet het apparaat uit of vraagt het kind te stoppen wanneer het lang genoeg heeft geduurd.
Goed voorbeeld
Ongeveer zes op de tien ouders denkt dat hun eigen schermgebruik van invloed is op dat van hun kind. Ten opzichte van het vorige jaar is dat een lichte stijging. Zelf proberen ouders het goede voorbeeld te geven door zelf een goede afwisseling tussen mediagebruik en beweging te laten zien, en het eigen schermgebruik te beperken in de buurt van het kind.
Zeven op de tien ouders merken dat corona impact heeft op het mediagebruik van hun kinderen, vooral omdat er minder mogelijkheid zijn om met andere kinderen te spelen en ze meer achter een beeldscherm zitten dan vroeger. Ook vindt ruim een kwart van de ouders het lastiger om schermtijd te beperken dan voorheen. Dat is voornamelijk terug te zien in online onderwijs, waarbij ruim een kwart zegt dat hun kind minder goed kan leren.