Zetelpeiling: ontevredenheid over Rutte III neemt toe

Door Jan Roekens | 21-01-2020

Tevredenheid kabinet Rutte III daalt, vooral onder CDA-, D66- en CU-kiezers. Zo blijkt uit de I&O-zetelpeiling van januari 2020. De VVD blijft virtueel de grootste, 50 Plus groeit iets.


Kiezers CDA, D66 en ChristenUnie: afscheid van coalitie?
Mark Rutte nog steeds gezien als ‘de ideale premier’, maar minder dan vier maanden geleden.
Electorale strijd richting maart 2021 ligt meer open dan ooit

Tevredenheid kabinet Rutte III daalt, vooral onder CDA-, D66- en CU-kiezers

Waar we sinds april 2019 een opgaande lijn zagen voor de tevredenheid over het kabinet-Rutte III, culminerend in een evenwicht van 48 procent tevreden en 48 procent ontevreden kiezers in oktober 2019, zien we nu een forse terugval: 54 procent van de kiezers is ontevreden en nog 41 procent is tevreden.

Figuur 1 Ontwikkeling tevredenheid kabinet-Rutte III

IOResearch fig1

VVD-kiezers zijn en blijven tevreden (nu is 90% tevreden, was 95% in oktober) over dit kabinet.
De kiezers van de andere regeringspartijen zijn weliswaar in meerderheid tevreden, maar hier neemt de tevredenheid duidelijk af:
D66 (van 83% naar 70%), ChristenUnie (van 83% naar 71%) en CDA (van 77 naar 62%).

Zetelpeiling: VVD blijft virtueel de grootste, 50 Plus groeit iets

Voor de virtuele zetelverdeling heeft dit vooralsnog weinig gevolgen: de I&O-zetelpeiling van januari 2020 vertoont weinig verschillen met die van november 2019.
Als er nu verkiezingen voor de Tweede Kamer zouden zijn, zou de VVD met 27 zetels opnieuw de grootste partij zijn.
Daarna volgt een groep van partijen die heel dicht bij elkaar zitten: GroenLinks (18), PVV (16), CDA (15), Forum voor Democratie (14) en de PvdA (13).
Hierin zijn geen significante verschillen met de vorige peiling te zien.
Alleen voor 50 Plus noteren we een kleine (maar significante) groei van twee zetels (van 6 naar 8).

Figuur 2 Politieke peiling I&O Research januari 2020
Aantal zetels

IOResearch fig2

Kiezers CDA, D66 en ChristenUnie: ‘mentaal afscheid’ van de coalitie?

Kiezers keren de kabinetspartijen dus niet en masse de rug toe, terwijl ze (met name CDA-, D66- en CU-kiezers) wel minder tevreden zijn over wat het kabinet presteert.
Hiervoor is een aantal verklaringen te geven.

  • Het lijkt erop dat de rek er bij (een deel van) de CDA-, D66- en CU- kiezers enigszins uit is. Ontevreden kiezers van deze coalitiepartijen herkennen zich minder in het beleid dat het kabinet momenteel voert. D66- en CU-kiezers vinden bijvoorbeeld dat het kabinet meer vaart moet maken met klimaatmaatregelen. CDA-, D66- en CU-kiezers vinden het beleid ‘te rechts’ en vrezen voor het verder afkalven van de publieke sector en verzorgingsstaat.
  • Alternatieve partijen voor CDA-, D66- en CU-kiezers zitten echter (grotendeels) ook in het kabinet. Een overstap naar deze partijen is geen oplossing voor de ontevredenheid over het kabinet.
  • Ook andere spelen zaken mee: het gaat momenteel economisch goed, er is stabiliteit en veel kiezers zien risico’s in alternatieve coalities. Bovendien realiseert men zich dat het altijd lastig is te regeren met maar liefst vier coalitiepartijen. Men neemt het de eigen partij minder kwalijk dan “het kabinet”, in het bijzonder de VVD.
  • Het lijkt er op dit moment op dat deze kiezers van deze partijen hun partij dus trouw blijven, maar dat ze langzaamaan ‘mentaal afscheid nemen’ van de coalitie. Kiezers beginnen vooruit te kijken.
  • In de media gaat het al veel over de verkiezingen van maart 2021 (wie worden de lijsttrekkers voor VVD, CDA, D66 en de PvdD?). Hierbij speelt de premierskandidaat een belangrijke rol. Mark Rutte wordt nog steeds gezien als ‘de ideale premier’, maar minder dan vier maanden geleden. Ook Dijkhoff levert hier in. Mogelijke tegenkandidaten (Hoekstra, De Jonge, Kaag) krijgen nu iets meer steun dan in september 2019. In de peilingen groeien de partijen het laatste jaar steeds verder naar elkaar toe.

De electorale strijd richting de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 ligt, kortom, meer open dan ooit.

Verantwoording

I&O Research voerde een landelijk representatief onderzoek uit onder 2.221 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het onderzoek liep van vrijdag 10 tot en met dinsdagochtend 14 januari 2020.
De resultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, opleiding, regio en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017. Het grootste deel van de deelnemers is afkomstig uit het I&O Research Panel (n=2.066). Daarnaast zijn 155 deelnemers via PanelClix benaderd om deel te nemen aan dit onderzoek.

Bron: Persbericht I&O Research, 17 januari 2020

Auteur: Jan Roekens, Hoofdredacteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant

Ook de laatste bytes ontvangen?