V.L.n.r.: Jaleesa Boasman, Hedwig Boerboom en Janny Lok

Drie generaties in het vak: ‘Dingen uitvogelen, daar houd ik van’

Door Geplaatst door de redactie | 14-12-2023

Corien van der Linden van Terra Nova, partners in onderzoek, zit 35 jaar in het vak. Dan kun je natuurlijk zelf terugblikken, maar nee…, ze vatte het plan om een drieluik te maken met drie generaties onderzoekers. Drie vrouwen en drie vragen, in een drieluik. De eerste aflevering gaat over drijfveren, en over het echt begrijpen van mensen. In de volgende afleveringen (op 19 en 21 december) komen de ontwikkelingen van het vak en de toekomst aan bod. Twintig-plus, vijftig-plus en negentig-plus aan het woord.

Jaleesa Boasman (20-plusser) – MWM2, research consultant Team Finance & Consumer

‘Het gedrag van mensen heeft me altijd geïnteresseerd. Bij de Hogeschool van Amsterdam deed ik Commerciële Economie en vond ik maar twee vakken leuk: Consumentengedrag en Trendwatching. Ik kon me er heel erg in herkennen, bijvoorbeeld hoe mensen zich gedragen in de supermarkt en hoe men dit gedrag kan beïnvloeden. Na mijn propedeuse ben ik psychologie gaan studeren met de gedachte om mensen te behandelen. Maar ik was best jong en nog heel onbevangen. En ik dacht dat ik er niet gelukkig van zou worden om de hele tijd problemen van anderen aan te horen. Mogelijk ben ik hiervoor te empathisch. Mijn interesse in consumentengedrag werd ook aangewakkerd door mijn bijbaantje bij een respondent-wervingsbureau. Ik mocht wel eens meekijken met veldwerk. Razend interessant vond ik dat. In het marktonderzoek kwamen al deze elementen samen en vond ik de perfecte combinatie: bezig zijn met menselijk gedrag, contact maken met mensen, maar met een commercieel tintje. Een aspect dat een bepaalde afstand schept. Dit vak zorgt ervoor dat ik mijn interesse in mensen dagelijks kan verkennen. Ik doe zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek, vind allebei leuk omdat ze mij een kijkje in het gedrag van mensen geven. Ik ben dus hybride inzetbaar. Maar wat ik leuk vind aan kwalitatief onderzoek is dat er meer gevoel en emotie bij komt kijken.’

Hedwig Boerboom (50-plusser) – Versuni (voorheen Philips Domestic Appliances), manager Marketing Intelligence & Consumer Insights

‘Dingen uitvogelen, daar houd ik van. Op zoek naar nieuwe inzichten om menselijk gedrag echt te begrijpen. Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Die interesse en ‘drive’ kan ik kwijt in mijn werk. Na mijn studie Communicatiewetenschap in Nijmegen ging ik aan de slag bij Motivaction. Eerst als research manager en later was ik verantwoordelijk voor verschillende klanten. Volop gelegenheid om ‘uit te vogelen’, over uiteenlopende onderwerpen. Daarna kon ik als consumer insights-manager bij Heineken en later bij Philips ook mijn ei kwijt. En nu alweer een tijdje in een vergelijkbare functie bij Versuni. En wat ik zo leuk vind is dat ik na jaren in het vak nog steeds van bijna elk onderzoek weer iets nieuws leer. Dan betrap ik mezelf soms op een zekere vooringenomenheid. Blijkt uit onderzoek dat het toch anders ligt dan dat ik aanvankelijk dacht. Daar leer ik dan weer van, en het houdt me scherp. Ieder onderzoek roept ook weer nieuwe vragen op. Juist dat vind ik zo leuk aan het vak. Je blijft leren, jezelf verbeteren. En daarmee blijft ook je organisatie leren en zichzelf verbeteren. En zo lever je als onderzoeker toegevoegde waarde.’

Janny Lok (90-plusser) – Gepensioneerd, oprichter van de Greyhounds Group (gepensioneerde onderzoekprofessionals), en voorheen onder andere directeur onderzoekbureau Centrum Groep

‘Ik heb een bepaalde nieuwsgierigheid naar hoe mensen in elkaar steken, hoe ze denken. Mensen hebben altijd wel iets dat je verrast, elk onderzoek kan je verrassen. Ik had niet zozeer een hunkering naar kennis maar wel naar hoe mensen in elkaar zitten. Na mijn studie Sociale Wetenschappen was mijn eerste baan bij de Nederlandse Stichting voor Statistiek in Den Haag. Ik vond dat zo leuk dat ik toen al dacht ‘dit is wat ik wil’. Ik heb eens meegemaakt dat ik tegelijkertijd twee heel verschillende onderzoeken deed. Op één dag was ik bezig met een omvangrijk onderzoek dat heette ‘De groei van buitenkerkelijkheid in Nederland’, én met een ijsjes-onderzoek voor Iglo. Een grotere tegenstelling kan je toch niet verzinnen! Die afwisseling vond ik altijd zo leuk. Ik heb veel voor verzekeringen gedaan, bijvoorbeeld naamsbekendheidsmetingen, dan zag je het merk groeien of niet. Lijnen zien, ontwikkelingen ontdekken vind je natuurlijk meer bij kwantitatief. Daar kon ik dan weer heel tevreden over zijn. In die tijd had je maar twee onderzoeksinstituten, de Nederlandse Stichting voor Statistiek (NSS) in Den Haag en het Nederlands Instituut voor Publieke Opinie (NIPO) in Amsterdam. Omdat ik trouwde, verhuisde ik van Den Haag naar Amsterdam. Er was geen sprake van dat ik bij het NIPO aan de slag kon omdat – zo bleek – er afspraken tussen NSS en NIPO waren gemaakt om elkaars medewerkers niet over te nemen. Na enkele andere banen, werd ik voor de directie van de Centrum Groep gevraagd. Ik ben altijd zelf onderzoek blijven doen. Dat geldt trouwens ook voor de vierkoppige directie van toen, we bleven zelf onderzoek uitvoeren. En we hadden toch wel zo’n 70 mensen in dienst. Ik heb heel veel business to business-onderzoek gedaan maar ook FMCG. Veel honden- en katten-onderzoek bijvoorbeeld, en wat ik zo leuk vond: mensen kwamen dan altijd met fotootjes. Het liefst namen ze de hond zelf mee!’

Auteur: Corien van der Linden

Deze artikelen vind je vast ook interessant

Ook de laatste bytes ontvangen?