In de peilingen voor de Amerikaanse verkiezingen staan Trump en Biden bijna gelijk. Veel zal afhangen van wat het belangrijkste probleem is volgens de kiezers – de economie, immigratie, politiek extremisme of het schrikbeeld dat ‘de andere partij’ wint – en hoe de kandidaten hier op inspringen, zo blijkt uit recent Amerikaans Ipsos-onderzoek. Peter Kanne van Ipsos I&O schreef er een artikel over waarin hij ook de Nederlandse situatie onder de loep neemt.
Het is in de Verenigde Staten nog lang geen gelopen race, zo betogen twee Amerikaanse Ipsos-collega’s: Clifford Young en Chris Jackson. Vooral omdat ze zien dat ‘the main problem’ – wat is het belangrijkste probleem voor het land volgens de kiezers? – aan het schuiven is, en wel in het voordeel van Biden. Historisch wint – volgens Young en Jackson – in 85% van de gevallen de kandidaat die het sterkst is op ‘the main problem’ de verkiezingen. Biden in 2020 ‘dankzij’ COVID-19, George W. Bush in 2004 vanwege het opkomen voor de nationale veiligheid en Bill Clinton in 1992 omdat hij vol inzette op de economie, waar we het fameuze ‘it’s the economy, stupid!’ aan te danken hebben.
Negatieve partijdigheid
Uit onderzoek dat Young en Jackson in februari dit jaar uitvoerden blijkt dat maar liefst vier op tien Amerikanen zeggen dat het belangrijkste probleem waarmee het land wordt geconfronteerd, de andere kant is, een concept dat wordt aangeduid als negative partisanship, negatieve partijdigheid. Deze bevinding impliceert dat voor een aanzienlijk deel van de Amerikanen de verkiezingen meer gaan over het stoppen van ‘de vijand’ dan over inhoudelijke problemen. Omdat veel conventionele enquêtevragen volgens Young en Jackson dit fenomeen lijken te missen, experimenteerden ze met drie verschillende sets issues als antwoord op de vraag: wat is volgens u het belangrijkste probleem waarmee de VS vandaag worden geconfronteerd? Drie random geselecteerde steekproeven (matched samples) kregen dus enigszins verschillende antwoordcategorieën:
- Standaard. De normale lijst met kwesties.
- Democratie. Een zelfde, maar enigszins verkorte lijst plus het item ‘politiek extremisme en bedreigingen voor de democratie’.
- Politiek. Een vergelijkbare verkorte lijst plus de items ‘Joe Biden en woke Democraten’ en ‘Donald Trump en MAGA Republicans’.
In variant A zien we dat een op de vijf Amerikanen van mening is dat immigratie het belangrijkste probleem is, gevolgd door de economie (16%) en milieu/klimaat (7%).
Het probleemlandschap verschuift aanzienlijk bij varianten B en C, waarbij expliciet politieke opties steeds belangrijker worden. In variant B kiest 24% voor politiek extremisme of bedreigingen voor de democratie als het belangrijkste probleem, gevolgd door immigratie (opnieuw 20%) en de economie (13%).
In variant C zegt 23% dat Donald Trump en MAGA-republikeinen het belangrijkste probleem zijn, met de economie (17%), Joe Biden en woke Democraten (13%) zit daar op enige afstand achter. Immigratie halveert in belang: van 20% in varianten A en B naar 10% in variant C.
Bron: Ipsos, Clifford Young and Chris Jackson
Issue owner
Op het onderwerp politiek extremisme of bedreigingen voor de democratie is Biden ‘issue owner’. Anders gezegd: kiezers vinden dat hij hier het beste verhaal op heeft. Als kiezers dit het belangrijkste probleem vinden, heeft Biden de grootste kans de verkiezingen te winnen. Met het hameren op deze dreiging wonnen de Democraten de tussentijdse verkiezingen van 2022. En dit jaar zullen ze dat waarschijnlijk blijven doen om Biden een tweede termijn als president te bezorgen.
Immigratie en economie zijn daarentegen onderwerpen waar Trump beter op scoort.
In de afgelopen maanden zagen de Amerikaanse Ipsos-onderzoekers in hun reguliere peiling politiek extremisme of bedreigingen voor de democratie een eerste plaats innemen met 23%. De economie (19%) en immigratie (17%) volgen op enige afstand.
Het hangt er dus vanaf welke kwesties je op welke manier voorlegt, willen Young en Jackson maar zeggen, en – hun belangrijkste punt – de strijd tussen Biden en Trump zal in sterke mate afhangen van wat de Amerikanen het komend half jaar zien als ‘the main problem’.
Hoe is dat in Nederland?
In Nederland is immigratiepolitiek vooralsnog stabiel dominant – sterker nog, er is nauwelijks weerstand tegen streng migratiebeleid, waardoor issue owner PVV de peilingen nog steeds fier aanvoert. Maar ook bij ons kan de toenemende negatieve partijdigheid en de notie dat democratie en rechtsstaat bedreigd worden andere partijen wel eens een opening bieden.
Bij de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 waren immigratie, woningen, armoedebestrijding en het klimaat de belangrijkste kwesties. Ook als we het nu – vijf maanden later – vragen komen deze onderwerpen ongeveer in deze volgorde bovendrijven. Overigens was immigratie bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 helemaal niet zo’n belangrijke verkiezingsthema. Dat werd het pas in 2023 met hulp van de VVD. Deze partij liet het kabinet vallen op asiel. Onder leiding van Dilan Yesilgöz meende de VVD er goed aan te doen immigratie uit te roepen tot ‘main problem’ bij nieuwe verkiezingen. Ze zette vervolgens de deur open voor samenwerking met de PVV, de issue owner op dit onderwerp, waarop de partij van Wilders begon te groeien in de peilingen en de verkiezingen met overmacht won. Om nog maar eens te illustreren hoe relevant de wet van the main problem is, ook in Nederland.
Geïnspireerd door onze Amerikaans collega’s deden we bij Ipsos I&O een vergelijkbaar experiment. Ook wij legden drie iets afwijkende sets van problemen voor en stelden de vraag ‘Wat is volgens u het grootste probleem in Nederland?’ Net als bij de Amerikanen was er maar één antwoord mogelijk.
- Een standaardlijst met problemen
- Dezelfde lijst plus de items ‘Woke/wokisme’ en ‘Nationalisme’
- Dezelfde lijst plus het item ‘Politiek extremisme’
Figuur 1: Wat is volgens u het grootste probleem in Nederland?
Bron: Ipsos I&O, 18 april 2024
In ons experiment zien we niet zulke grote verschillen ontstaan als in de VS. Immigratie – hier geformuleerd als ‘komst immigranten’ – is en blijft het belangrijkste probleem volgens de Nederlandse kiezers, welke variant we ook voorleggen. Daarna volgen ‘tekort aan woningen’, ‘klimaatverandering’, ‘tekorten in de zorg’ en ‘armoede’.
In variant B, waar ‘Woke/wokisme’ en ‘Nationalisme’ aan de lijst zijn toegevoegd, verandert daar niet veel aan. Woke krijgt 4%, nationalisme 3%, het woningtekort gaat van 20 naar 16% (maar dit verschil is niet statistisch significant). In variant C krijgt politiek extremisme 6% en gebeurt er verder evenmin veel. In alle varianten is en blijft ‘komst immigranten’ robuust het belangrijkste probleem.
Toch is het interessant te zien welke kiezers andere keuzes maken als andere opties worden voorgelegd. We kijken eerst naar de drie grootste partijen en de drie belangrijkste problemen (komst immigranten, tekort aan woningen en klimaatverandering) plus de toegevoegde issues Woke / Wokisme en Nationalisme (variant B) en politiek extremisme (variant C). Te beginnen met dat laatste: politiek extremisme komt in lijst C met 6% op een vijfde plaats (zie figuur hierboven), maar voor GL-PvdA-kiezers komt het met 12% direct op een derde plaats, wat ten koste gaat van het aandeel ‘tekort aan woningen’ (dat in varianten A en B nog 24 en 23% scoort). Dit lijkt op het effect dat Young en Jackson zagen: de aandacht lijkt zich te verleggen van een inhoudelijke kwestie naar de politieke tegenstander.
Iets vergelijkbaars zien we met immigratie bij VVD- en PVV-kiezers in varianten A en B. ‘Komst immigranten’ haalt 33% onder VVD-kiezers en 53% onder PVV-kiezers in variant A en respectievelijk 25 en 47% in variant B, waar het ten goede komt aan ‘woke/wokisme’ (10% en 5%). Terwijl 8% van de GL-PvdA-kiezers ‘nationalisme’ als grootste probleem aanwijzen (dit gaat ten koste van ‘Tekorten in de zorg’, niet in de tabel, en nog enkele kleinere onderwerpen).
Bron: Ipsos I&O, 18 april 2024Democratie beschermen belangrijkst, of toch immigratie beperken?
Dat het beschermen van de democratie ‘potentie’ heeft als electoraal strijdpunt, blijkt ook uit een andere vraag in ditzelfde onderzoek. We lieten respondenten voor tien mogelijke beleidsdoelen aangeven in hoeverre zij hopen dat het (bijna geformeerde) kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB erin zal slagen deze te bereiken. Uit deze vraag blijkt dat het beschermen van onze democratie een belangrijk doel is. In totaal noemt 91% dit ‘belangrijk’, een derde (34%) zelfs essentieel. Het verminderen van immigratie wordt door 72% belangrijk gevonden, het aandeel dat dit essentieel vindt (32%, bijna evenveel als de 34% voor het beschermen van de democratie) geeft een indicatie van de gevoelde urgentie bij dit probleem.
Figuur 2: Stel dat PVV, VVD, NSC en BBB erin slagen samen een kabinet te vormen.
Hoe belangrijk is het voor u dat dit kabinet onderstaande bereikt?
Bron: Ipsos I&O, 18 april 2024
Nauwelijks weerstand tegen streng migratiebeleid
Opvallend bij deze vraag is de brede roep om het beperken van de immigratie: 72% van alle kiezers wil dat (belangrijk tot essentieel), onder PVV- en BBB-kiezer ligt dit dicht bij 100%, onder VVD- en NSC- is dat 85 en 86%.
Minstens zo opvallend: slechts 6% wil niet dat de immigratie beperkt wordt. Deze kiezers vinden we onder de achterbannen van GL-PvdA (19%) en D66 (20%), maar dus ook in beperkte mate. Het laat zien dat er nauwelijks weerstand is tegen streng migratiebeleid.
Immigratie beperken belangrijkst
Als we tenslotte, net als bij ‘the main problem’, vragen welk doel men het belangrijkst vindt en er maar één antwoord gegeven kan worden, komt toch het beperken van het aantal migranten weer bovendrijven, met maar liefst 35%. Het beschermen van onze democratie daalt naar een derde plaats (11%). Onder GL-PvdA-kiezers strijden maar liefst vijf beleidsdoelen om een eerste plek: democratie beschermen, verschillen tussen arm en rijk verkleinen, CO2-uitstoot verminderen, meer woningen bouwen en het beschermen van de natuur.
Tabel 2: U vindt het belangrijk dat een volgend kabinet erin slaagt meerdere doelen te bereiken. Welk doel vindt u het meest belangrijk?
Bron: Ipsos I&O, april 2024
Vechtdemocratie
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 was immigratie het belangrijkste probleem en won issue owner PVV dankzij de dominantie van dit thema de verkiezingen. Als dit thema dominant blijft in het politieke discours, heeft de PVV in Nederland goede kans de leidende partij te blijven. In de Verenigde Staten geldt dat voor de Republikeinen van Trump.
Indien echter democratie en rechtsstaat in de ogen van de kiezers te veel onder druk komen te staan, biedt dit kansen voor GL-PvdA, maar ook voor NSC van Pieter Omtzigt, die vooralsnog de indruk wekt op dit punt geen water bij de wijn te willen doen. In de VS zou dit Biden een goede uitgangspositie geven.
In Nederland hebben we gelukkig geen (voormalig) regeringsleider die zich voor de rechtbank moet verdedigen tegen de beschuldiging van het verstoren van het democratisch proces, zoals dat in de VS wel het geval is. Maar ook hier zijn er aanwijzingen dat negative partisanship en verschijnselen die hiermee samenhangen – wokisme, nationalisme, politiek extremisme, desinformatie, bedreiging van democratie en rechtsstatelijkheid – opgeld doen.
Denk aan de demonstraties na de PVV-zege op de Dam in Amsterdam, waar honderden mensen protesteerden tegen ‘fascisme, islamofobie, racisme en queerhaat’. Denk aan het Russische desinformatienetwerk dat naar verluidt Nederlandse politici betaalde om het bestaansrecht van Oekraïne in twijfel te trekken. Denk aan Thierry Baudet, die dreigde Jesse Klaver – nadat deze wilde weten of Forum door de Russen werd betaald – ‘op zijn bek te slaan’. Denk aan Geert Wilders die aangifte wil doen tegen Timmermans vanwege zijn ‘niets nalaten’ uitspraak (om te voorkomen dat Wilders aan de macht komt), door Wilders geïnterpreteerd als een dreiging met geweld. Denk aan het uitroepen van een asielcrisis, waarmee het (nog te vormen) nieuwe kabinet wetten en mensenrechten tijdelijk opzij kan schuiven. Denk aan de plannen van de formerende partijen om rigoureus te snijden in de publieke omroep, of, als het aan de PVV ligt: de financiering geheel te beëindigen. Denk aan ‘CPAC Hongarije’: de Conservative Political Action Conference waar een ‘no woke zone’ gold, de pers niet welkom was en Geert Wilders de Hongaarse premier Viktor Orbán – de man die de vrije pers en onafhankelijke rechtspraak zo’n beetje afschafte – z’n ‘dear friend’ noemde.
Het electoraat is volatiel en dat zijn ook de onderwerpen die het politieke debat bepalen. Op dit moment kunnen we ons moeilijk voorstellen dat andere onderwerpen dan immigratie (en andere cultureel bepaalde kwesties) dominant zijn. Maar dat gaat wel weer een keer gebeuren. Ook de Nederlandse politiek is – zoals NRC-columnist Tom Jan Meeus het noemt – bezig een vechtdemocratie te worden. Niet fraai, maar we kunnen ons er maar beter op instellen. En het biedt ook kansen om er een andere – democratischer – wending aan te geven.
Auteur: Peter Kanne, opiniepeiler en senior onderzoeksadviseur bij Ipsos I&O