Door het Ministerie van Binnenlandse Zaken is een wetsvoorstel uitgebracht met daarin verschillende technische en inhoudelijke aanpassingen van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG). Het ingediende wetsvoorstel bevat verder wijzigingen van bepalingen met betrekking tot gegevensbescherming in een aantal andere wetten.
De hoofdlijnen van het wetsvoorstel zijn:
- Vanaf de leeftijd van 12 tot 16 jaar kan een jongere die van mening is dat er geen verwerking van persoonsgegevens meer zou moeten plaatsvinden, voortaan onafhankelijk van zijn vertegenwoordiger besluiten om de toestemming voor verwerking van zijn persoonsgegevens in te trekken.
- In de regeling van de benoeming van leden van de Autoriteit persoonsgegevens (AP) zijn grondslagen opgenomen om nadere regels te stellen over onder meer de noodzakelijke kwalificaties waarover een lid dient te beschikken, en de benoemingsprocedure.
- Het verbod om bijzondere categorieën van persoonsgegevens te verwerken is niet langer van toepassing indien de verwerking noodzakelijk is voor een door een accountant te verrichten bij wettelijk voorschrift voorgeschreven opdracht.
- De in artikel 45 UAVG geregelde uitzondering voor archiefbewaarplaatsen om rechten van betrokkenen te moeten honoreren als het recht op correctie of het recht op vernietiging gaat ook gelden voor andere voor het publiek toegankelijke instellingen die archieven van blijvende waarde voor het algemeen en historisch belang beheren en die geen winstoogmerk hebben.
- De delegatiemogelijkheid om op grond van de UAVG een algemene maatregel van bestuur op te stellen waarin gebruik van een identificerend nummer te gebruiken, komt te vervallen.
- Voor het geval dat een tijdelijke onafhankelijke commissie of een eenmalig adviescollege wordt ingesteld, met als opdracht om onderzoek te doen naar een specifiek en afgebakend onderwerp van maatschappelijk belang waarbij persoonsgegevens moeten worden verwerkt, wordt in de UAVG bepaald hoe dit kan en mag.
Parlementaire behandeling
Tijdens de procedurevergadering van de Tweede Kamercommissie van Justitie en Veiligheid wordt besloten of het wetsvoorstel ‘voor plenaire behandeling’ wordt aangemeld. Wanneer dit het geval is, volgt er in 2023 een debat over het wetsvoorstel. Wanneer dit debat gaat plaatsvinden is nog niet bekend.