Duurzaam denken niet altijd nodig voor duurzaam doen

Door Jan Roekens | 12-12-2023

Hoewel Nederlanders niet duurzamer zijn gaan denken vertonen ze in hun dagelijkse leven wel duurzamer gedrag. De daling in CO2-uitstoot die in 2022 al werd waargenomen zet door, vooral door besparingen op energie en wonen. Dit blijkt uit het vierde Duurzaam denken, duurzaam doen– onderzoek van I&O Research.

Het aandeel Nederlanders dat zich enige of veel zorgen maakt over de uitstoot van broeikasgassen (CO2), klimaatverandering en de effecten daarvan voor het milieu, is afgenomen t.o.v. 2022. Waar vorig jaar nog 72% van de Nederlanders zich zorgen maakte, is dat in 2023 gedaald naar 66%. Dat is sinds 2019 (65%) niet meer zo laag geweest. Tegelijkertijd is de groep die zich geen of niet veel zorgen maakte gestegen van 28% in 2022 naar 33% in 2023, het hoogste percentage sinds 2019.

46% vindt dat het volgende kabinet meer zou moeten doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en 28% vindt dat de inzet van Rutte IV voldoende was. Eén op de vijf Nederlanders (20%) vindt dat het kabinet juist minder moet doen. Ook deze houding t.a.v. klimaatbeleid is iets minder ambitieus dan voorgaande jaren. Voor alle thema’s (wonen, vervoer, voedsel en spullen) zien de onderzoekers dat Nederlanders minder duurzaam denken, ongeacht of ze minder duurzaam doen.

Gedrag

De totale uitstoot in CO2-punten voor de gemiddelde Nederlander is gedaald van 882 in 2022 naar 811 in 2023. Dat is bijna volledig toe te schrijven aan de afname in CO2-punten voor het onderdeel wonen & energie. Tegelijkertijd stijgt het aandeel Nederlanders dat zonnepanelen op het (eigen) dak heeft nog steeds. De onderdelen spullen en voedsel tonen geen verdere afname. Het aantal dagen dat men vlees eet en de hoeveelheid vlees blijft gemiddeld hetzelfde.

De CO2-uitstoot op het onderdeel vervoer is weer licht toegenomen t.o.v. 2022. Toch rijden Nederlanders nog steeds minder vaak met de auto dan in 2019 en 2020. Ook is het vliegen weer toegenomen t.o.v. 2022, maar lager dan pre-corona.

Rijken minst duurzaam

Ten opzichte van 2019 hebben hoger opgeleiden hun CO2-punten het sterkst verminderd. Dat komt met name door grotere afnames in de onderdelen voedsel en vervoer. Ook in het onderdeel wonen hebben hoger opgeleiden hun CO2-uitstoot sterk verminderd, maar dit is vergelijkbaar met de verlaging van lager en middelbaar opgeleiden. Nederlanders met een bovenmodaal inkomen scoren meer CO2-punten (873 punten) dan Nederlanders met een modaal of lager inkomen (resp. 752 en 765 punten). Het grootste verschil hierbij zit in het onderdeel vervoer.

Vier typen Nederlanders

Op basis van de resultaten van het onderzoek maakt I&O een ruwe verdeling van vier groepen Nederlanders:

1. Nederlanders die zowel duurzaam denken als duurzaam doen

2. Nederlanders die wél duurzaam denken, maar het (nog) niet doen

3. Nederlanders die niet duurzaam denken, maar het wél doen

4. Nederlanders die niet duurzaam denken en het ook niet doen

Duurzaam denken, duurzaam doen

De eerste groep maakt duurzame keuzes, (mede) uit duurzaamheidsoverwegingen. Denk aan minder vlees eten en minder vaak vliegen omdat dit beter is voor het klimaat. Zij maken zich zorgen om de opwarming van de aarde en vinden het belangrijk dat we als samenleving overstappen op duurzame energiebronnen. Het zijn met name hoger opgeleiden, vrouwen en Nederlanders met een beneden modaal inkomen. Jongeren (18 t/m 34 jaar) vallen bovengemiddeld vaak onder deze groep.

Duurzaam denken, niet duurzaam doen

De tweede groep denkt wel duurzaam, maar doet dit in de praktijk niet (altijd). Zij vinden het belangrijk om duurzame keuzes te maken en als maatschappij over te stappen op duurzame energiebronnen, maar maken op individueel niveau minder duurzame keuzes. Zo rijden ze veel auto en vliegen zij bovengemiddeld vaak. Ook deze groep is vaker hoog opgeleid, jong (<35) en heeft vaker een boven modaal inkomen.

Niet duurzaam denken, wel duurzaam doen

De derde groep vindt duurzaamheid en klimaatverandering niet heel belangrijk, maar men leeft duurzaam omdat er minder financiële middelen zijn voor een minder duurzaam leven. Verduurzamen doen zij alleen wanneer dit hand-in-hand gaat met kosten besparen (bijvoorbeeld op energie). Ze zijn vaker lager of middelbaar opgeleid en hebben vaak een benedenmodaal inkomen, zijn vaker tussen de 35 en 64 jaar, rijden minder auto en vliegen zelden.

Niet duurzaam denken, ook niet duurzaam doen

De vierde groep Nederlanders ziet klimaat en verduurzamen niet als heel belangrijk, en er is ook weinig duurzaam gedrag. Zij eten vaak en veel vlees, rijden veel auto en/of vliegen vaker dan gemiddeld en doen relatief wat minder aan energiebesparing, waarschijnlijk omdat dit financieel gezien niet nodig is. Deze groep is vaker middelbaar opgeleid.

Auteur: Jan Roekens, Hoofdredacteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant

Ook de laatste bytes ontvangen?