Nederlandse kiezer vindt EU onmisbaar

Door Jan Roekens | 08-05-2019

Nederlanders voelen zich weinig betrokken bij de Europese Parlementsverkiezingen, veel minder dan bij de Tweede Kamer- of gemeenteraadsverkiezingen. Dat blijkt uit onderzoek van I&O Research over EU en Europese Parlementsverkiezingen 23 mei.


Nederlandse Kiezer ziet rol voor EU bij grote vraagstukken van deze tijd 

· Kiezer sceptisch over EU, maar voor aanpak grote problemen is EU onmisbaar
· Meerderheid wil geen Nexit
· VVD en FvD kans grootste te worden op 23 mei
· EP-lijsttrekkers vrijwel onbekend, op Timmermans na

Geen positief beeld van EU …

Nederlanders voelen zich weinig betrokken bij de Europese Parlementsverkiezingen, veel minder dan bij de Tweede Kamer- of gemeenteraadsverkiezingen.
Een groter deel van de kiezers is ontevreden (47%) dan tevreden (32%) over wat de instellingen van de Europese Unie de afgelopen jaren deden.
Uit eerder onderzoek van I&O Research (eind 2018) bleek al dat Nederlanders veel minder vertrouwen hebben in het Europees Parlement dan in gemeenteraad en Tweede Kamer.

…EU-instellingen hebben te veel macht …

Bijna de helft van de kiezers (46%) vindt dat “de instellingen van de Europese Unie te veel macht hebben” en ook bijna de helft (47%) vindt dat de Europese integratie te ver is gegaan.

… maar voor de urgente, grensoverschrijdende kwesties ziet men wel een rol voor de EU

Voor kwesties die kiezers beschouwen als de ‘grote vraagstukken van deze tijd’ – klimaatverandering, immigratie/ vluchtelingenproblematiek, internationale veiligheid – zien kiezers wel degelijk een belangrijke rol voor de EU.
Ook bij het tegengaan van ‘de consumptiemaatschappij’ en het beschermen van vrije nieuwsgaring/het tegengaan van fakenews, kijkt men in sterke mate naar de EU.

Als we kiezers vragen in hun eigen woorden te zeggen waar de Europese Unie zich vooral mee bezig zou moeten houden, zien we de volgende drie rode draden:
· De EU moet zich bezighouden met grensoverschrijdende zaken
· De EU moet zorgen voor een gelijk speelveld voor alle EU-leden, hun inwoners en bedrijven
· De EU moet ervoor zorgen dat Europa een machtsblok vormt tegenover de VS, China en Rusland

Vaderverlof: geen Europees onderwerp

Concrete kwesties die bij uitstek geschikt zijn om Europees aan te pakken: het tegengaan van spionage en/of de verspreiding van fakenews in Europa, invoeren van een vliegtaks of belastingontduiking door grote internationale bedrijven aanpakken of maatregelen om afspraken Klimaatakkoord van Parijs na te komen.
Nederlandse kiezers vinden daarentegen betaald ouderschapsverlof voor vaders (onlangs stemde het Europees Parlement in met een wet waarin is geregeld dat ook vaders recht krijgen op vier maanden ouderschapsverlof) duidelijk geen onderwerp waar de EU (5%) over zou moeten beslissen, wel de nationale regering (65%).

Geen draagvlak voor (referendum over) Nexit

Ondanks de scepsis en het relatief lage vertrouwen wil een ruime meerderheid de EU niet verlaten. Net als in 2016 wil slechts een derde (32%) van de Nederlanders een referendum over de vraag of Nederland lid moet blijven van de Europese Unie (een ‘Nexit’)?
Áls er een referendum zou komen, zegt 72 procent ‘zeker te gaan stemmen’, ook dat was begin 2016 zo.
Een zelfde percentage (72%) zou dan stemmen voor ‘in de EU blijven’. Slechts 18 procent vindt dat Nederland het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk moet volgen en uit de EU moet vertrekken.

Europese Parlementsverkiezingen: ‘opkomstverkiezingen’

Bij de vorige Europese Parlementsverkiezingen (2014) ging slechts 37 procent van de Nederlandse kiezers naar de stembus. Daarmee zijn de EP-verkiezingen de verkiezingen met de laagste opkomst.
De EP-verkiezingen op 23 mei zullen waarschijnlijk – meer dan andere verkiezingen – ‘opkomstverkiezingen’ worden: de partij die er het best in slaagt zijn achterban naar de stembus te krijgen kan goede zaken doen.
Kiezers die voor de Tweede Kamer zouden stemmen op SGP of PvdA zijn het meest geneigd om op 23 mei naar de stembus te komen, gevolgd door kiezers van ChristenUnie, D66, VVD, GroenLinks en SP.
Kiezers van 50 Plus, PVV, PvdD en FvD zijn – minder dan gemiddeld – van plan te gaan stemmen op 23 mei.
Ook de opkomstintentie van CDA-kiezers is relatief laag.

Vooralsnog beste papieren voor VVD en FvD

Het ziet er naar uit dat de strijd om wie op 23 mei de grootste wordt, ook nu weer zal gaan tussen VVD en Forum voor Democratie.
Ook GroenLinks kan nog meedoen in deze strijd, al is de kiezerstrouw voor deze partij – met 58% – lager en de mate waarin GL-kiezers ook naar andere partijen kijken groter.

Lijsttrekkers: alleen Frans Timmermans echt bekend

Op Frans Timmermans na zijn de lijsttrekkers bij het grote kiezerspubliek zo goed als niet bekend. Zeven op de tien (69%) kiezers kennen Timmermans – de “Spitzenkandidat” voor PvdA en sociaaldemocraten in Europa.
Nummer twee, Sophie in ’t Veld van D66, is bekend bij 26 procent. De overige EP-lijsttrekkers komen niet boven de 10 procent bekendheid uit.
Als we kiezers vragen aan te geven wie de lijsttrekker is van de partij waarop ze bij de EP-verkiezingen gaan stemmen, zeggen zes op de tien (61%) dat niet te kunnen en de overige 39 procent heeft het regelmatig mis.
Zo denkt 10 procent van de VVD-kiezers dat Timmermans de lijsttrekker voor de VVD is, evenveel als het deel dat denkt dat dat Malik Azmani – de werkelijke VVD-lijsttrekker – is.
Van de PvdA-kiezers weet overigens 55 procent wel dat Frans Timmermans de lijsttrekker voor de sociaaldemocraten is.

Frans Timmermans: gewaardeerd van links tot rechts

Van de EP-lijsttrekkers scoren Bas Eickhout (GroenLinks; een 7,1), Peter van Dalen (ChristenUnie; 7,0), Esther de Lange (CDA, 6,9) en Frans Timmermans (PvdA, 6,9) het best.
De 6,9 die Frans Timmermans krijgt van de kiezers is echt hoog te noemen, hij is immers bij het grootste deel van de kiezers bekend.
Timmermans wordt gewaardeerd van links tot rechts: de PvdA-kiezers geven hem maar liefst een 8,0, maar D66- (7,8) en VVD-kiezers (7,7) vinden hem ook goed; en ook GL- (7,4) en CDA-kiezers (7,3) boordelen hem met een ruime voldoende.
Vooralsnog helpt dit de PvdA echter niet aan een groter kiezerspotentieel: de partij staat in de EP-peiling op 9 procent (3 zetels), niet veel meer dan ze in de landelijke peiling haalt (8%).

Lees het hier hele rapport

Verantwoording

I&O Research voerde dit landelijk representatieve onderzoek uit onder 1.672 Nederlanders van 18 jaar en ouder. Het onderzoek liep van vrijdag 19 tot en met woensdagochtend 24 april 2019. De resultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, opleiding, regio en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017. Het grootste deel van de deelnemers is afkomstig uit het I&O Research Panel (n=1.500). Daarnaast zijn 172 deelnemers via PanelClix benaderd om deel te nemen aan dit onderzoek.
Overname uit deze publicatie is alleen toegestaan met expliciete vermelding van I&O Research als bron.

Bron: Persbericht I&O Research, 2 mei 2019

Auteur: Jan Roekens, Hoofdredacteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant

Ook de laatste bytes ontvangen?