Duurzaamheid is bij alle partijen wel geland: boosting voor een betere wereld

Door Jan Roekens | 23-09-2019

Reint Jan Renes is een aanstekelijk verteller. Hij is verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam (HVA), waaraan hij sinds mei 2019 als lector ‘Psychologie voor een Duurzame Stad’ is verbonden. Focus van zijn onderzoek ligt op de bereidheid van gedragsverandering van mensen om zo bij te dragen aan een duurzamer Nederland.


Tekst Vittorio Busato

Reint Jan Renes: ‘Als sociaal psycholoog ben ik zeer geïnteresseerd in gedragsbeïnvloeding en gedragsverandering. Het gaat me daarbij vooral om maatschappelijke vraagstukken op het gebied van duurzaamheid waarvan je weet dat ze belangrijk zijn en iets mee moet doen maar toch niet doet. Complexe vraagstukken dus die vragen om oplossingen als een andere leefstijl, om iets op te geven dat je graag doet.’

Zelf weet Renes bijvoorbeeld maar al te goed hoe slecht vlees eten is voor het milieu. ‘Mijn eigen gedrag veranderen is dan een heel simpele maatregel. Toch lukt het me niet volledig vegetariër te worden. Als ik zin heb in vlees probeer ik mijn cognitieve dissonantie op te lossen door bijvoorbeeld dan geen koe maar kip te eten. Gelukkig worden alternatieven voor vlees aantrekkelijker, in mijn omgeving is vegetarisch eten ook steeds meer de norm. Ik heb goede hoop dat ik uiteindelijk geheel overstag ga.’

Ik ben zelf ook selectiever vlees gaan eten. Toch geloof ik niet dat ik het volledig zal afzweren. Moet ik me daar moreel schuldig over voelen?

‘Qua duurzaamheid is het belangrijk dat mensen wezenlijk anders tegen onze wijze van consumeren en vervoeren aankijken. Die is enorm uit balans geraakt. Jij past al bewust je eetpatroon aan. Als iedereen voor zichzelf zulke kleine aanpassingen doet, krijg je een enorme impact. Elke individuele keuze raakt ook een collectief en de lange termijn. Dat is het lastige, want mensen zijn geneigd vooral naar zichzelf en het heden te kijken.’

Reint Jan Renes: ‘Geef juist zonlicht aan datgene wat goed gaat’

Moeten consumenten vliegschaamte voelen als ze zich laten verleiden door goedkope tickets?
‘Vijf jaar terug verkondigde ik rustig dat ik naar Bali ging. Nu zou ik in mijn omgeving wel enige gefronste wenkbrauwen krijgen. Ik vind dat goed, want daardoor denk ik meer na over hoe graag ik naar Bali wil. Tja, of je je moet schamen voelen als je goedkoop vliegt, het gaat vooral om draagvlak creëren. Ik zou het fijn vinden als we op maatschappelijke thema’s waarop we echt verandering willen als individuele consument meer frictie ervaren bij keuzes die slecht zijn voor het milieu. Dan wordt de bereidheid meer te betalen voor een vliegticket vanzelf groter.’

Hoe verhoudt wat betreft duurzaamheid individuele verantwoordelijkheid zich tot die van de overheid? 
‘Als mensen zichzelf goed konden reguleren en verantwoorde keuzes voor de lange termijn konden maken, hadden we geen overheid nodig. Neem het gebruik van smartphones en verkeersveiligheid. Individueel was dat voor ons blijkbaar een te complex probleem om op te lossen, prima dat de overheid daarom wetten is gaan maken en die handhaaft. Zie het als een erkenning van de realiteit zoals die is.’

Ligt bij duurzaamheid de klemtoon nog altijd niet te veel op de eerste lettergreep? 
‘Dat kan ik niet ontkennen. In elk geval wordt door consumenten ervaren dat duurzaamheid duur is, dat merkt de overheid ook wel. Burgers willen gewoon zo min mogelijk gedoe. Wellicht zou de overheid duurzaamheid meer moeten framen als dat we ons best gaan doen om duurzame veranderingen zo betaalbaar mogelijk te maken, maar dat die veranderingen onherroepelijk zijn om grote problemen te voorkomen. We willen allemaal een leefbare samenleving, en dat gaat iedereen geld kosten.’

Maar na vier jaar is er weer een andere coalitie. Dat maakt wezenlijke veranderingen er op de lange termijn niet makkelijker op…
‘Een thema als duurzaamheid is ongeacht politieke kleur bij alle partijen nu wel geland. Natuurlijk zie je verschillen in tempo en welke maatregelen wel of niet genomen moeten worden, maar er is wel een groeiend moreel besef dat er iets moet gebeuren. Vergelijk het met de autogordel, vrijwel iedereen is zich er nu van bewust dat het veilig is die in ons drukke verkeer te dragen. Dat gaat met het bewustzijn over duurzaamheid ook gebeuren.’

U had kritiek op de Sire-campagne
#Doeslief waarbij uw collega Paul van Lange, hoogleraar sociale psychologie aan de Vrije Universiteit, was betrokken. U pleitte er met #Daslief voor de stille meerderheid te bekrachtigen die juist wél lief doet.
‘Sire heeft de antenne vaak prima aanstaan voor actuele maatschappelijke thema’s. Denk ook aan die campagne over dat jongens weer jongens moesten worden. Dat levert veel media-aandacht op, iedereen vindt er iets van, het staat op de agenda. Maar dan? Wat is de volgende stap om er ook echt vervolg aan te geven? Sire stimuleert niet dat we ons liever gaan gedragen maar vergroot vooral het negatieve uit. Over twee jaar herinner ik me nog hoeveel mensen er spugen, de hufterigheid van bepaalde automobilisten. Ik vind: geef juist zonlicht aan datgene wat wel goed gaat. Dat moet de descriptieve norm zijn. Ik weet zeker dat er in de samenleving door die stille meerderheid heel veel meer lieve dingen worden gedaan dan die nare dingen waarvoor een minderheid verantwoordelijk is.’

Die vraag stelde ik Van Lange tot slot ook: Moeten Skinners wetten van het operante conditioneren – gedragspatronen worden aangeleerd en in stand gehouden door hun gevolgen; positieve versterken het gedrag, negatieve verzwakken het – niet veel stringenter worden ingezet om gedrags- verandering te bewerkstelligen?
‘Ja en nee. Mensen moeten inderdaad negatieve consequenties ervaren van ongewenst gedrag. Denk aan dat er een licht aangaat als je wild plast, of dat de treindeur echt dicht is als het fluitje gaat en je niet alsnog naar binnen kunt springen. Nudging om gedrag te veranderen, zeg maar zetjes in de goede richting, vind ik vaak onvoldoende. Ik geloof veel meer in boosting, dus dat je veel meer gaat nadenken waarom iets dat je doet niet goed is, dat je daarvan leert en het vervolgens ook internaliseert. Dus als je in de supermarkt loopt en kunt kiezen tussen goedkope kip of duurdere biologische kip, je duurzame of betere ik de overhand krijgt. Want dan denk je niet alleen meer aan jezelf maar juist ook aan de lange termijn voor anderen. Boosting zet mensen meer in hun kracht, verheft mensen meer. En dat is nodig voor een betere wereld.’

 

Dit artikel is overgenomen uit Clou magazine© nr 94, oktober 2019.

Auteur: Jan Roekens, Hoofdredacteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant

Ook de laatste bytes ontvangen?