Young Talents – deep dives, vooroordelen en grote vraagstukken

Ze zijn jong en veelbelovend, zo blijkt uit de ronkende kwalificatie uit het juryrapport voor de MOAward voor Young Talent 2021. Een kleine greep: gedreven, oog voor detail én voor de strategische lijnen, onbevangen, in bezit van een visie en overtuigingskracht, innovatief, praktisch en digitaal. Niet verwonderlijk voor een juryrapport natuurlijk, maar het blijft indrukwekkend als er zo over je wordt gesproken. Dit is deel 1 van het gesprek met de drie ‘young talents’: hoe spreken zij over zichzelf, hoe denken ze over hun vak en wat willen ze eruit halen?

Met hun diversiteit aan talenten, academische studies en vorige werkzaamheden, hadden de genomineerden waarschijnlijk relatief makkelijk toegang kunnen krijgen tot andere organisaties en sectoren. Zonder de wereld van data en insights te kort te willen doen, maar waarom kozen ze daarvoor? Het blijkt voor alle drie een weloverwogen keuze.

Complexe puzzels

Esmée Schregardus (werkzaam bij het Ministerie van OCW) studeerde in Engeland en Nederland Internationale Marketing, Interculturele Communicatie en Bedrijfscommunicatie en ze werkte voor de ACM en als onderzoeker bij de VU. Ze had in Engeland kunnen blijven en bijvoorbeeld voor een academische carrière kunnen kiezen. Maar Den Haag – lees: een politieke omgeving – bleek aanlokkelijker. ‘Ik vond studeren leuk maar ook het praktische van onderzoek, vooral in combinatie met communicatie. En dan het liefst in een politieke omgeving. Ik had meteen OCW in gedachten, ik gaf een tijdje les, vind die sector gaaf, continu in ontwikkeling. Een politieke omgeving is interessant op onderzoeksgebied omdat je geen product verkoopt en het dus altijd complexer is. Ik hou van puzzelen en dat kun je hier doen. We willen allemaal meer leraren, meer geld voor cultuur, maar dat is niet morgen geregeld. Je kijkt naar wat er dan wel kan en moet allerlei partijen tevreden houden. Allemaal vraagstukken waarvoor onderzoek nodig is.’

Positieve impact

Rubina Oliana deed universitaire studies in Innovatie Management, Business Administration en Creative Technology. Ze was betrokken bij partijen op het gebied van innovatie en design en deed een innovation bootcamp bij The Talent Institute. Uiteindelijk belandde ze bij Beautiful Lives. ‘Ik was altijd al geïnteresseerd in vernieuwing en in het begin vooral gericht op de technologie. Dat trekt me nog steeds, maar gaandeweg ging ik meer bedenken wat er nodig is om vernieuwingen succesvol te maken. Ik rolde van technologie de business in, hoe zet je het op de markt? Hoe zorg je dat mensen er wat aan hebben? Voor mij was onderzoek het logische vervolg: wat drijft mensen, hoe kunnen we ze verder helpen? En ook: hoe kunnen we een positieve impact hebben op de grote vraagstukken. Dan moet je mensen in beweging brengen en ze dus eerst begrijpen. Verdiepen in wat mensen drijft, doen we bij Beautiful Lives goed. Je leert er echt je doelgroep kennen, niet alleen in relatie tot het product of dienst, maar verder.’

Deep dives

Fleur Prooij volgde universitaire studies op het gebied van Marketing, Communicatie en Management/Strategie, was betrokken bij ‘snelle’ merken, zoals Jillz, DDB & Tribal Worldwide en was Marketing/Digital manager bij 4PM Entertainment. Ze koos voor onderzoek bij MARE. ‘Ik heb geproefd van van alles, maar de rode draad is marketing. En wat daaronder ligt, begint bij mijn studie waar ik al erg geïnteresseerd was in consumer behaviour-vakken. Bij alles wat ik deed voor ik bij MARE terechtkwam, miste ik diepte, de inhoud. Veel van wat we deden was snel en soms ook nattevingerwerk. Ik wilde een meer inhoudelijke functie. Terugkijkend in mijn studieboeken zag ik dat onderzoek een groot onderdeel was van marketing. Pas later begreep ik wat dat werk inhoudt en dat het perfect past bij wat mij interesseert en motiveert: in de hoofden duiken van mensen: wat beweegt ze, waarom denken ze op een bepaalde manier?’

Buitenstaanders

Met de overtuiging voor het vak zit het bij deze drie dus wel goed, maar helaas is dit vaak anders dan hoe ‘buitenstaanders’ over onderzoek denken. Esmée zegt zich wel eens zorgen te maken over of het vak voldoende aantrekkelijk is voor nieuwe toetreders. Ze baseert dit o.a. op de studenten aan wie ze gastcolleges geeft en die in een kramp schieten zodra ze het woord onderzoek horen. ‘Dan denken ze aan hun scriptie!’ Fleur herkent daar wel iets van: ‘Toen ik mijn stagebegeleider vertelde dat ik bij MARE begon, zei hij ‘echt waar, onderzoek?!’’ Allen menen dat het goed is om de aantrekkelijkheid van het vak beter uit te dragen. Esmée: ‘Dat het een veelzijdig vakgebied is en je dus niet alleen maar met computers en data werkt.’ Fleur wijt dit hardnekkige beeld vooral aan kwantitatief onderzoek, en dan vooral aan SPSS. ‘Dat zorgde voor trauma’s, SPSS is voor velen niet makkelijk. Ook ik liep daar tegenaan. Ik had onderzoek helemaal niet overwogen, terwijl het juist heel erg aansloot bij wat ik wilde. Ik merk het ook in mijn omgeving, ze denken dat ik enquêtes afneem. Je moet interviewen maar ook analytisch sterk zijn, de rode draad zien en vertalen naar inzichten.’ Rubina en Esmée knikken bevestigend. ‘Je bent een verbinder, continu bezig om mensen en inzichten te koppelen. Met data analyseren alleen red je het al lang niet meer. Je moet een pragmatische instelling hebben en bekijken hoe het onderzoek je als organisatie verder helpt’, aldus Esmée. Rubina vervolgt: ‘Ik zocht destijds naar bedrijven die bezig waren met innovatie, niet naar onderzoeksbureaus. Maar ik had geen idee dat ze zo dicht bij elkaar lagen.’ En die toenadering zal volgens haar alleen nog maar groeien omdat steeds meer vakgebieden met elkaar versmelten. ‘Design met strategie, onderzoek met design, etc. Onderzoeksbureaus krijgen er dus concurrentie bij maar ik vind dat vooral leuk!’

Lees het vervolg in Daily Data Bytes.